2018-27 Het regent!!

11 oktober 2018 - Sengerema, Tanzania

Vanmorgen was ik als eerste op, dus tafel dekken. Voor 8 deze keer, want naast Rian eet ook Colinda mee. Langzaam druppelt iedereen binnen, terwijl buiten een tropische bui losbarst. Op dit moment is Cecilia onderweg naar het huis en heel veel kinderen onderweg naar school. Die zijn zeiknat. 

Erik en Jiska gaan vandaag naar de bisschop om kennis te maken. Hij is tenslotte officieel de leider van het ziekenhuis. Wel zo handig dat hij weet wat er zoal de laatste jaren aan blanken rondscharrelt. En wie weet waar het verder ook nog handig voor kan zijn. 

We lopen met de rest mooi op tijd naar het ziekenhuis, maar….weer geen packs. Dus wachten…

Ik loop langs de schildklieren van gisteren. 2 zijn er prima en kunnen naar huis. Eentje heeft een forse bloeduitstorting, maar die is niet groter geworden sinds ik haar gisterenavond zag. Alleen durft ze nog niet zo veel. Met hulp van de zuster leg ik uit dat ze moet eten, drinken en vooral zitten. Dan zakt de zwelling letterlijk af. Ze mag naar de gewone afdeling maar ik laat haar nog een dagje blijven. 

Mijn verloopstekker met stopcontact-kubus hangt op de IC aan een zuurstofmachine. Ik had hem eergisteren vergeten toen we de röntgenfoto van de jongen met TB hadden bekeken. Lichtbakken, zuurstofmachines, bloeddruk- en zuurstofmeters komen allen uit het westen, met andere stekkers. Je kunt het 3egat wel omzeilen door er een dopje van een injectiespuit in te stoppen, maar zo’n stekkerblok is natuurlijk ook heel handig. 
Volgende keer maar een serie enkele meenemen dan kunnen ze al die apparaten makkelijk aansluiten. Maar nu wil ik toch wel graag mijn blok terug, want we zijn wat onthand in het huis. 

Ik kijk naar de dame die aan de zuurstof ligt. Niet onze patiënt, maar dat gaat niet goed. Ze ligt te huffen en puffen, heeft koorts maar een soepele buik. Ik vraag waar het dossier is. Zoek. Ik sluit mijn zuurstofmetertje, dat ik hier altijd in mijn zak heb, aan en zie dat het zuurstofgehalte heel laag is. Rian komt binnen en vraagt aan de zuster wat deze dame mankeert. Een zelfmoordpoging met landbouwgif. Ze moet elke kwartier atropine krijgen tot het middel is uitgewerkt. Meer kunnen we niet voor haar doen, helaas. Ik deel mijn medeleven met haar familie (Pole, mama…) en loop terug naar de OK.

Wachten-wachten-wachten…                            

Dat bleek Erik en Jiska ook te overkomen bij de bisschop, want we zagen ze de hele dag niet. Colinda keek eerst mee met Rian en Charissa die een huidtransplantatie deden. Ik startte met Charissa  en Shelembi met, alweer, een schildklier. Gillian zat niet zo lekker in haar vel vandaag en liep om. Omdat Erik zijn OK niet draaide zaten we ruim in het personeel. Charissa stuurde haar na de eerste ingreep naar het huisje om bij te tanken en assisteerde de laatste schildklier. Toen ook mijn laatste ingreep van de dag was afgerond kwamen Erik en Jiska eindelijk binnen lopen. De bisschop had thee en een lunch bedacht en ze hadden ook nog even het nieuwe klooster van Marie Jose haar conventie kijken.

Erik had nog twee ingrepen staan voor vandaag: een botontsteking en een gebroken bovenbeen. Die eerste kon ik nog wel doen. Het team was intussen de andere OK in gereedheid aan het brengen voor de botbreuk. 
Rian maakte van de gelegenheid gebruik om nog een scooping te doen. Gillian instrumenteerde. Lekkere korte ingreep. 

Zuster Marie Jose komt nog binnen waaien met een interessante casus. Een meisje van 3 maanden met een zwelling in de hals die met de ademhaling mee in en uit de borstkas plopt. Ook Paco kijkt geïnteresseerd mee en we brainstormen wat het zou kunnen zijn. Niemand van ons heeft het ooit gezien, en het kind wordt verwezen naar Bugando. Benieuwd wat daar uit komt. 

Jiska en Allan komen terug van Erik zijn OK. Ze zijn bijna klaar. Als we nog langs mama Safi willen moeten we nu gaan. Weet iemand hoe ze in het echt heet? “mama Safi” zegt Allan. Ook buiten het ziekenhuis is ze zo gaan heten. Hij probeert Jiska op zijn Tanzaniaans uit te liggen waar ze woont, dan kan ze met ons mee. Bij de school over de weg, langs de kerk, dan schuin het veld over en tussen de huizen door. Maar het is zo ingewikkeld, dat Jiska, die hier wel bekend is, hem niet begrijpt. Allan wordt onze gids. We lopen langs de gedenksteen van Jiska's vader. 2 dagen geleden was zijn sterfdag en Jiska had er bloemen bij gezet. Door de regen van vanmorgen staan  nu de plantjes die er omheen staan in bloei met gele bloemetjes. 

Allan heeft er flink de pas in en vertelt honderduit. Hij loopt minimaal een uur per dag. Wij niet, en we hebben het warm en lopen op slippers. Dapper stappen we achter hem aan, eerst over de verharde weg voor het ziekenhuis langs, dan de onverharde weg op en tenslotte slingerdeslanger tussen huisjes door. Smalle paadjes met hobbels en gaten en overal rotsblokken. En dat met invallende duisternis. Dit hadden we echt nooit gevonden! 

Maar op het laatst is ook Allan het spoor bijster en vraagt aan een kind naar het huis van Mama Safi. De knul loopt voor ons uit en een paar minuten later stappen we achter hem aan een binnenplaats op, waar misschien wel 40 konijnen rondlopen. Een oude dame staat ons te woord. Ze is aan het bidden dus we moeten wachten. Maar dat duurt niet lang, want Mama Safi heeft ons gehoord en mijn stem herkend. “Karibu” klinkt haar karakteristieke stem. Ze zit op een krukje met haar stok naast zich en een donkere doek omgeslagen. Ze is in de rouw omdat haar man een paar maanden geleden is overleden. Slippers uit bij de voordeur en we stappen naar binnen. De woonkamer is Tanzaniaans: groene muren, lichtblauwe gordijnen en bankstellen van bruin met wit die alle wanden bezetten. In de hoek staat een kunst-kerstboom met roze ballen. Alles is brandschoon. Ze is blij verrast met mijn bezoek. Haar liefste buitenlanders zijn dokter Hilde en dokter Susan. En ze mist het ziekenhuis en de wonden. Wij missen haar ook, want met haar beperkte middelen kon ze wonderen verrichten. Helaas is de zuster die ze heeft geprobeerd in te werken uit iets ander hout gesneden. Maar ze doet het ook nog maar net, dus we gunnen haar nog wat tijd. 

Mama Safi switcht soepeltjes van Engels naar Swahili. Het “hoe gaat het met je man, kinderen, moeder” etc kan ik nog wel volgen, maar daarna wordt het ingewikkelder. Gelukkig is Allan niet alleen een goede gids maar ook een prima tolk. En hij leert ons de gewoontes en gebruiken. Na een kwartiertje gaan we weer, want we moeten nog eten. Ze vind het heel jammer dat ze niet wist dat ik zou komen en geen cadeautje kon regelen en eten voor me kon maken. Volgende keer moet dat dan maar. Dat duurt nog even, maar als god het wil dan gaan we elkaar nog zien. Ik leg haar uit dat mijn moeder en ik haar cadeau van vorige keer nog hebben. Ieder een doek van dezelfde stof zodat je aan elkaar denkt als je hem omslaat. Ik vertel haar dat mijn moeder 83 is. Ze praat in het Swahili tegen Allan. Die mensen zijn nog zo actief, lopen, oefeningen doen. Wij zijn moe, op. Maar wij hebben alleen rijst en een beetje groente. Geen vlees. En hard werken, was doen, vuurtje aanblazen en dan de rook in je gezicht krijgen. Dat stuk kon ik goed volgen, en de mimiek was onbetaalbaar, vooral die van het vuurtje aanblazen. Maar er zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. Het is hard werken voor met name de vrouwen hier. Mama Safi is 70 en fors, met versleten knieën en vocht in haar benen. Ze komt de deur bijna niet meer uit omdat ze zo slecht loopt. 

Na een paar foto’s samen nemen we afscheid. Ze vraagt om mijn telefoonnummer voor whatsapp. Natuurlijk geef ik het. Achter Allan aan lopen we via de airstrip terug naar het ziekenhuis, deze keer via de achter ingang, da’s nu korter. Nogmaals prijzen we ons gelukkig dat Allan zonder moeite met ons mee wandelt. We waren echt verdwaald hier. 

De anderen zitten al te eten als we binnen vallen. Het wordt een gezellig laatste avondmaal hier, met het delen van diarree-verhalen als reactie op Gillans verstoorde stoelgang. Als we aan het toetje van fruit zitten staat Rogers (zoon van Masoso) aan het raam, of we de hond even binnen willen leggen. Hij heeft de ventilator bij zich die we in Mwanza hadden gekocht maar het niet deed. Hij is gemaakt. Daarna horen we zuster Marie José. Ik was mijn mobieltje vergeten bij mama Safi. Die gaan we nu niet meer halen. Morgen dan maar. Marie José stelt voor dat de chauffeur van het ziekenhuis, die allerlei haal- en breng klusjes doet, hem morgen voor me ophaalt. Prima plan. Gillian brengt Ed op de hoogte en bloggen doe ik via mijn laptop. Alleen kan ik geen nieuwe foto’s uploaden. 
We nestelen ons weer in de zithoek. Gillian en ik bloggen, Erik en Rian maken plannen voor de toekomst en Marie Jose kijkt geamuseerd het filmpje van VOOR.nl. En natuurlijk worden de restjes drank opgemaakt. Sorry schat. 

Foto’s

7 Reacties

  1. Bart en Irma:
    11 oktober 2018
    Wat een herkenbare blogs. Fijn dat jullie zoveel hebben kunnen doen. Morgen alweer de laatste dag. Gelukkig hebben jullie nog wat patiënten over gelaten zodat we in het voorjaar in ieder geval wat te doen hebben! Doe ze nog de hartelijke groeten als jullie afscheid nemen! Safari Njema
  2. Monique:
    11 oktober 2018
    Jullie geduld wordt wel erg op de proef gesteld! Jullie hebben weer veel goed werk verzet. Voor morgen een goede en veilige terugreis.
  3. Edwin:
    12 oktober 2018
    Die restjes heb je dik verdiend !, mij rest alleen nog je terugkomst. Wat zal dat een lang weekend worden😅.
  4. Heleen Koudijs:
    12 oktober 2018
    Goed werk gedaan! En wat fijn dat jullie bij mama safi geweest zijn!
    Succes vandaag en goede reis terug!
  5. Pa Lemson:
    12 oktober 2018
    Goede reis kind, we denken aan je. Ik lees nu je blog op papa's laptop, wij zijn nl in Doetinchem en mijn laptop is thuis. We zien je vast maandag wel even.
  6. Diny:
    13 oktober 2018
    Wens jullie een 🍀voorspoedige ✈terugreis, 😷GEWELDIG GOED😷werk verricht 👍
  7. Hennie van den Bosch:
    13 oktober 2018
    Bedankt voor je prachtige verhalen, zo mooi geschreven, heel veel respect voor jullie allemaal, 👍ik hoop tot een volgende keer , Groetjes