36. Algemene belevenissen deel 2: de operatiekamer

26 maart 2014 - Sengerama, Tanzania

De patiënten van de dag zitten vanaf een uurtje of 10 ’s morgens op de bank voor het OK-complex te wachten, samen met enkele familieleden. Geduldig, maar met verlangende blik zodra je je hoofd om de hoek steekt. Met enige regelmaat lopen er ook nog nieuwe patiënten met dossiers rond die door met name dr Erik moeten worden gezien. Als hij vast staat, dan voldoe ik meestal ook wel. Maar sommige dingen hebben echt zijn tropenexpertise nodig. Ook ik leer hier elke dag weer wat nieuws.

De operatie kamer (OK) zelf heeft aan de ene kant schuifdeuren, die altijd open staan. Gelukkig zijn de ramen nu wel dicht. De eerste week vorige keer stonden ze regelmatig open, waardoor er veel vliegen binnen waren. Nu komt het slechts incidenteel voor (= bijna dagelijks). Een vliegenmepper is dan ook een vast item op de OK. Toen Anne hem ontdekte dacht ze “Het lijkt op een vliegenmepper, maar dat kan natuurlijk niet. Waar zou het voor dienen?” Al snel werd het duidelijk: Toch een vliegenmepper!

De patiënt wordt opgeroepen door de anaesthesie-medewerker, loopt mee naar binnen en mag op de operatietafel gaan liggen. Vervolgens is iedereen druk bezig met voorbereidingen, en ligt die patiënt wat gelaten op de tafel. Niemand legt iets uit, maar blijkbaar verwacht de patiënt dat ook niet. Een TOP procedure (controle vooraf: juiste patiënt, juiste ingreep, juiste voorbereiding, eventuele bijzonderheden bespreken met het team) is er hier niet. Alles loopt een beetje door elkaar heen al hangt op de afdeling wel een lijst met voorbereidingen voor de operatie.

Ondertussen worden de instrumenten en operatiekleding klaargelegd. De operateurs en instrumenterenden  doen een plastic schort voor (dat vergeet ik nog wel eens) en wassen zich bij de grote stenen wasbak met gewone zeep. Sinds kort hangt er een alcoholpomp van SVSH maar blijkbaar is het protocol van wassen -onsteriel afdrogen – alcohol op armen laten drogen nog niet geïmplementeerd. Na het wassen krijg je een steriele handdoek, of als die op zijn, een steriel gaasje, aangereikt om je handen en onderarmen af te drogen. Dan krijg je een steriele operatiejas aangereikt. Afhankelijk van de set zijn die van betere of mindere kwaliteit. Bij Bert reikt hij soms niet eens tot z’n knieën. Wel zoeken ze vaak de betere kwaliteit jassen uit om aan ons te geven.

Wij hebben eigen handschoenen bij ons, maar meestal gebruiken ze hier handschoenen van een iets mindere kwaliteit. Daar doen ze twee paar over elkaar van aan. Heel handig, want aan het einde van de operatie doe je het bovenste paar uit, en dan heb je meteen schone handschoenen om de patiënt te verbinden. Dat gebeurt met gewone gazen die met dikke tape wordt vastgeplakt.

Eerst wordt de huid gedesinfecteerd. Dat gaat in twee fasen: hibiset om huishoudelijk te reinigen gevolgd door spiritus voor desinfectie. De geur met de vochtige warmte doet sterk denken aan een zomerbarbecue.

Het afdekken is een ritueel op zich. In Nederland hebben we papieren doeken met een goede plakrand. Hier hebben we gewone katoenen doeken van wisselende grootte en kwaliteit. Die vouw je aan één rand om en leg je met de gevouwen rand aan de kant waar je gaat opereren. En dat van 4 kanten. Je moet dan wel beginnen met hoofd- en beenzijde. De eerste dag begon ik (net als in Nederland) met de zijkanten, maar die glijden weg als de andere twee doeken nog niet liggen. We doen regelmatig het spelletje “wie heeft de zakdoek”. Dat is een afdekdoek in het formaat van een grote herenzakdoek. Hilarisch. De doeken worden met doekenklemmen aan elkaar geklemd. Dan komt het slot van het ritueel: het grote laken. Van Dr Anne Morrison had ik geleerd hoe dat moest, en de eerste dag kwam dat snel weer boven drijven. Eerst goed strak houden en samen dwars over de patiënt uitvouwen, alsof je samen een bed opmaakt. Niet neerleggen, maar kijken waar het gat zit, en of de versteviging aan de goede kant zit. Goed kijken waar het lange (benenzijde) en het korte (hoofdzijde) uiteinde zit, vervolgens samen in de lengte overpakken en over de patiënt heen leggen.

Dan moet het electrische mes aangesloten worden. De plaat voor de aarde wordt wekenlang hergebruikt, totdat het apparaat protesteert wegens te weinig contact. Bij ons gebruiken we 1 plaat per patiënt.

Het mesheft met snoer wordt in een lange koker, gemaakt van operatiedoek, gewurmd. Aan het einde zit een gat waar het mes ingestoken kan worden. Het geheel wordt afgebonden met een hechting. Klaar voor gebruik.

Gazen komen uit de grote gazenton die 1x per dag gesteriliseerd wordt. Telkens gaat de deksel open en wordt met een tang het aantal benodigde gazen aangegeven. Het wordt keurig genoteerd op het whiteboard, waar ook operateur, assistent en instrumenterende op vermeld staan. Voordat de wond gesloten wordt, worden netjes alle gazen geteld en gecontroleerd met het bord, net als bij ons.

Wanneer er een bloeding is, of we moeten een buik spoelen, dan gebruiken we een zuigsysteem. Voorheen hadden ze er hier twee, maar er werkt er nog maar één. Als het apparaat aan gaat, kun je elkaar nauwelijks verstaan.

Tijdens de ingreep is het de zoete inval. Iedereen loopt in en uit, vraagt hoe het gaat, kijkt even mee, of maakt een praatje met het personeel. Verder wordt de OK soms ook als verkorte route gebruikt. Geen probleem.

Normaliter wordt alles zo’n beetje met dezelfde dikke gevlochten (vicryl-)draad gehecht, inclusief de huid. Donkere huid vormt van zichzelf al dikkere littekens, maar met zo’n dikke draad erin is het helemaal feest. Met de hechtmaterialen die wij hebben meegenomen, met dank aan de hamsteracties van Natasja, gaat dat een stuk beter. Telkens krijgen we bewonderende opmerkingen over hoe mooi het eruit ziet als de huid dicht is met een mooi dun oplosbaar draadje.
Aan het einde van de ingreep wordt de wond afgedekt met een gaasje en pleister. De pleister is een brede rol, waar je, afhankelijk van je wens, wisselende breedtes van afrolt. De brede kant is altijd eerder op dan de smalle.

Omdat alle doeken en pakken van stof zijn en hergebruikt worden, is er aan het einde van de dag een berg was, maar nauwelijks afval. Elk nadeel heeft z’n voordeel. 

1 Reactie

  1. Mama:
    27 maart 2014
    Wat een totaal andere wereld, maar ook daar kan je functioneren en ik denk dat je later thuis alles wat beter kan relativeren.