28 ’s Zondags gaan zij naar de kerk

15 maart 2015 - Sengerema, Tanzania

Om 7.30h werd ik pas wakker. We hadden een boeren nacht gemaakt. Lekker ontbijten in het zonnetje, al was het nu al behoorlijk warm. Nicole had een gebakken ei, ik een gekookt. En een heel bord met vers fruit. Heerlijk. We zaten gezellig te kletsen toen er plots een buizerd recht op ons af kwam. Nicole zat er met de rug naar toe, dus zag hem pas toen hij met z’n scherpe klauwen haar omelet van haar bord griste. Wow, die is brutaal! Hij vloog naar een lantarenpaal verder op en ging op z’n gemak zitten pulken aan het ei. “ach ja,” zei Nicole, “ik ben nooit te beroerd om te delen.”

De rest van de ochtend zat ik vastgeklonken aan m’n laptop. Ik had nog heel wat te schrijven. Nicole skypte met Hans. Die was met de trein onderweg naar de Hiswa. Helaas stond de bomvolle trein stil. “Ach”, hoorde ik Nicole tegen hem zeggen, “denk een beetje Afrikaans. Hier is het aan de orde van de dag!” Zo’n reisje is altijd goed voor het relatieveringsvermogen.

Nog een frisse douche en een heerlijke lunch (“dit staat niet op de kaart, speciaal menu van Lucas”) en we konden gaan. Er werd natuurlijk hartelijk de hand geschud, en tot ziens geroepen. Lucas had een kopie van het bagagelabel van Matthea haar vermiste koffer gemaakt en zou nog een paar keer deze week langs het vliegveld rijden. Als hij terecht was zou hij hem laten brengen, omdat er nog gips in zit. Dat is toch wel heel fijn, want Nicole is al bijna door haar voorraad heen.

We namen de grote pont en verharde weg terug. Leuk voor Matthea en Hjalmar, voor de afwisseling”, zei Erik. De auto schakelde nog niet helemaal soepel, dus een weg met niet te veel hindernissen had bovendien de voorkeur.

Langs de kant van de weg weer een kleurrijk geheel. In één van de dorpjes was het markt. Prachtig om te zien. Allerlei fruit, specerijen, doeken en plastic spullen uitgestald op houten kraampjes en doeken. “Hey, tasjes!”, riep Nicole. Alsof ze die nog niet had. Langs de weg liepen twee schattige kinderen met de handen vol gevlochten plastic tassen. Erg fleurig om te zien. Erik trapte op de rem. “Kopen..?”, vroeg hij. Toch maar niet.

We reden de heuvel af naar de boot. “vroeger stond de rij met auto’s tot hier”, legde Erik uit. Maar nu de boot in Mwanza betrouwbaarder is, en deze veerboot dag en nacht gaat, is het rustiger. Bij de slagboom gaf Erik geld aan Hjalmar om een kaartje te kopen. Uit het niets doken twee knullen van een jaar of 17 op onze auto. Ze wilden het geld uit Hjalmars hand halen en riepen dat ze het “ticketi” wel gingen kopen. Erik maande ze om achteruit te gaan, maar ze hingen half in de auto. Nu werd Erik echt geïrriteerd. Hij pakte het geld uit Hjalmars hand,  riep “ophouden” tegen de knullen, duwde het portier open en beende naar het ticket-office.  De jongens dropen af. Ze liepen op fatsoenlijke schoenen en in hippe shirtjes, dus geen jongens die het heel hard nodig hadden. Gewoon een soort hangjongeren – Tanzanian style.
Toen Erik terug was met de kaartjes stapten we uit en liepen door de hekken richting boot. Karanga’s! Maar de boot stond op het punt van vertrekken, en we werden gemaand om door te lopen. Hollen dus, door de hekken de boot op. In Sengerema kan ik altijd Nelia nog vragen ze mee te nemen.

De tocht met deze veerboot is maar kort, en we waren zo in Sengerema. “Hey, welke mzungu (blanke) loopt daar nou?” riep Matthea. Er liep inderdaad iemand te joggen. Het was Pim, de co-assistent uit Nijmegen. Snel de raampjes naar beneden en Erik ging langzamer rijden.  “mzungu!” riepen we. Pim keek met lichtelijk verstoorde verbazing op. Hij had z’n vaste antwoord al klaar toen hij ons gillend uit de auto zag hangen met een camera. Een brede grijs kwam op z’n gezicht. Ook de Tanzanianen die het tafereel gadesloegen vonden het erg grappig.

Hjalmar begint afkickverschijnselen te krijgen. Bij de rotonde van Sengerema zag hij een interessant bouwwerk “Kijk, dat gebouw. Helemaal geel met rood, met die mooie boog voor de deur. Da’s toch net de MacDonalds..?” Pole…

“We hebben zijn vroeg”, zei Erik. “Heb je het kerkje hier weleens gezien?” nee, daar was ik nog nooit geweest.

We sloegen af en reden een stuk onverharde weg op. Voor een bakstenen gebouw met een mini-toren parkeerde Erik de auto. In de gevel was een kruis van gekleurde glazen stenen gemetseld. “Van de Gamma”, zei Erik. Die hadden hij en Jiska gedoneerd aan het kerkgenootschap toen ze aan het bouwen waren.

Het koor was aan het zingen toen we parkeerden, maar toen we de kerk binnen stapten stopten ze meteen. Iedereen kwam naar voren om ons een warm welkom te heten.

De kerkzaal was een grote, rechthoekige ruimte gevuld met groene en blauwe plastic tuinstoelen. Boven ons hoofd hingen ijzerdraden omwikkeld met kunsstuf bloemen.

Hoog in de achtermuur scheen de zon door het kleurrijke glazen kruis naar binnen. Tegen de achterwand hadden ze doeken in geel, lichtblauw en wit gedrapeerd naar het kruis toe. Het was een prachtig gezicht.

De dominee kwam aanlopen en het koor formeerde zich. We kregen een spontane voorstelling. De muziekinstallatie ging op volle sterkte, licht overstuurd maar vol enthousiasme. Met soepele bewegingen danste de groep op de swingende klanken.

Hjalmar legde alles vast met z’n actioncam.

Tijdens het derde lied kwam een kromme oude dame binnenwandelen. Ze liep langs ons heen, legde haar doek neer en liep naar de achterhoede van het koor. Vervolgens kwam ze, ondanks haar hoge leeftijd nog verrassend swingend, dansend en zingend tussen de rijen door lopen. Geweldig! Ontroerd genoot ik van het schouwspel, en van het enthousiasme van deze prachtige mensen.

Na afloop deden we een donatie voor het koor. Het hele koor kwam ons nogmaals persoonlijk de hand schudden. Daarna ging de dominee voor in een dankgebed voor lange vriendschap en gulle gaven in het Swahili. Erik kende de dominee niet, maar de steun die Erik en Jiska voor deze gemeenschap en de bouw van de kerk hadden gegeven waren duidelijk over gedragen.

Buiten stond de vrouw van de dominee met een baby op haar arm. We werden voorgesteld en zwijmelden rond het prachtige kindje. Toen we wilden instappen om te gaan riep Nicole:”we kunnen nog niet weg, nummer 2 wordt nog gehaald”. En inderdaad kwam de dochter van de dominee met nog een droppie op haar arm aangelopen. Nadat alles was vastgelegd op de gevoelige SD-kaart, konden we dan toch vertrekken.

Foto’s

3 Reacties

  1. Gerco Mons:
    16 maart 2015
    Hé Susan, die verhalen van je doen me best wat. Het komt heel dichtbij zo. Mocht je de vleesmes nog eens aan de kant willen schuiven, kan je altijd nog de journalistiek in... Maar dat had ik al eens geopperd. Ga vooral door met je prachtige werk. En blijf schrijven. Dan blijf ik lezen (en gezond). Groeten aan Erik
  2. Eva:
    16 maart 2015
    Geweldig om jullie ervaringen te lezen. Leef met jullie mee. Prachtig omschreven allemaal! Veel succes nog daar en tot volgende week!
  3. Mama:
    17 maart 2015
    Wat leuk dat je nu ook nog weer iets nieuws hebt beleefd. Afriaanse mensen beleven hun geloof over het algemeen veel uitbundiger dan b.v. Nederlanders. Na zo´n ontspannen week-end ben je weer opgeladen voor het werk in het tweede weekje. Veel werkplezier de volgende dagen