14. De reis

15 maart 2014 - Nairobi, Kenia

Verzamelen bij de incheckbalie en natuurlijk een groepsfoto met alle bagage. 14 koffers voor 7 personen, plus handbagage. Helaas konden we niet bij de zuilen inchecken, we moesten ons melden bij de balie. “Wie heeft z’n belasting niet betaald?”, riep Paco. Al met al ging het inchecken vlot, en er was gelukkig geen overgewicht van bagage.

Nadat ook de rest afscheid had genomen van de familie gingen we door de douane. Eerste doel: dollars pinnen. We werden verrast door een lege wand waar “vroeger” de pinautomaat voor dollars zat. Maar omdat we allemaal natuurlijk niet dagelijks op Schiphol rondlopen, twijfelden we of we de goede ABN bank hadden. Misschien zat er verderop nog een. We liepen wat heen en weer en toen ontdekten we het: er was een wand voor geplaatst, om een deel van de vertrekhal af te schermen. Daarachter stond gewoon de dollar-pinautomaat. Misschien wel voor de komende nucleaire top. Maar we hadden ‘m, dus pinnen maar! Vervolgens in sneltreinvaart door de electronica – lectuur – drank en parfum. En natuurlijk wat eten. Bert ging voor de hamburger (zou ’t aan de naam liggen…?), de oude garde ging voor een belegd broodje. Nog even een laatste keer plassen op een fatsoenlijk toilet en door naar het vliegtuig. Natuurlijk moesten de riemen af bij de beveiligingscontrole. Erik en ik stonden, ietwat verhit van al het gesjouw, naast elkaar onze riemen weer om te doen. “We have to stop meeting like this…” 

Bert boekte nog even zijn stoel om voor een plek met meer beenruimte. We wachtten tot de rij weg was en liepen richting vliegtuig. Helaas stond om de hoek van de slurf alsnog een rij. Het Efteling effect! Maar uiteindelijk waren we binnen. Ik zat tussen Paco en Anne in, klemvast met m’n knieen tegen de stoel voor me. De rij achter ons was leeg. Dus verplaatste ik me naar een stoel aan het gangpad. En met een lege stoel naast me was het prima comfortabel.

De lichten gingen uit voor het taxiën maar ik wilde nog wat Swahili voor Paco opschrijven dus deed ik mijn lampje aan. Dacht ik. Er gebeurde niets. Ik keek omhoog terwijl ik het knopje bediende. Schuin voor me ging het lampje van Anne aan en uit. Vol ongeloof probeerde ik het nog een paar keer. Anne keek verstoord omhoog naar haar lampje. “Dat doe ik” riep ik. Handig. Als Anne licht wilde, kon ze me waarschuwen. Nu mijn lampje nog. Ik probeerde de stoel naast me, niets. De rij achter me dan. Die hoorde gewoon bij de lamp boven de stoel. Nou, ik ben benieuwd wie mijn licht vannacht gaat bedienen. Dan maar een filmpje kijken. Ook dat was even nadenken. De bedieningsknop was een kwartslag gedraaid. Dus als ik de film op pauze wilde, moest ik op vooruitspoelen duwen. Welkom aan boord van Kenia Airlines. Boven Italië serveren ze het diner, en boven Egypte staan ze er alweer met het ontbijt. Lauwe yoghurt met een soort van croissantje, een broodje en thee die meer weg heeft van koffie. Nog 1:30h vliegen… Gelukkig had Anne heel veel koekjes gebakken en het zakje gaat weer rond.

In Nairobi hadden we 45 minuten overstaptijd. We gingen koffie drinken, maar ik heb een missie: een Masai armbandje voor Tom. Ik wist nog dat er ergens achteraan een grote souveniershop zat. Op weg daar naartoe kwam ik zeker nog 3 winkeltjes tegen. Overal snel naar binnen en scannen. En de verkopers van me af schudden die me van alles aan probeerden te smeren. Gauw even een grappige foto knippen bij “Suzan – duty free” en weer door. In de laatste winkel, inderdaad de grote die ik me herinnerde, vond ik een armbandje wat, als ik niets beters zou vinden, in ieder geval een beetje leek op degene die Tom was kwijt geraakt. Naar de kassa dus. Voor me stond een mevrouw die met credit card 4 Masai doeken kocht. De dame achter de balie schreef op haar gemakje een kwitantie. De man die achter de kassa zat, was bezig stapeltjes bankbiljetten te sorteren. Naast hem zat nog een man de inventaris bij te houden en alles goed te observeren. Meneer nummer 3 rende heen en weer tussen de kassa en de bank, die aan de overkant van het gangpad zat, voor wisselgeld. Het was net alsof ik naar een slow-motion film zat te kijken. Eindelijk was ik aan de beurt. Mijn armbandje werd aangepakt, kwitantie geschreven, armband in zakje, en natuurlijk was er geen wisselgeld. Ik moest met meneer 3 mee naar de bank. “Miss Margaretha Lemson, boarding please at gate 9”. Oeps! De dame achter de balie van de bank begreep niet waar ik me druk om maakte. Op haar gemakje pakte ze het wisselgeld, telde het nog eens 3x en gaf het geld aan meneer 3. Ik griste het uit z’n hande en rende door de gang naar de gate. Security check door: alarm. M’n RIEM!! Riem af, nog eens door de poort. Hè hè, ik was er. Mèt armbandje. Om vervolgens nog een kwartier in de bus te moeten wachten voor vertrek naar het vliegtuig. Het zweet liep over m’n rug. Pfff, wat een stress.

Het vliegtuigje van Precision Air was een klein propellor vliegtuig dat ons via Kilimanjaro naar Mwanza zou brengen. In Kilimanjaro moesten we over in een ander toestel. Dus allemaal het vliegtuig uit en naar de transit lounge. Lopend over het vliegveld liep een Indiaas jongetje van een jaar of 4 met zijn witte gympen in de plassen te stampen, terwijl z’n moeder met baby op de arm probeerde hem tot de orde te roepen en vader druk was met de bagage. “International problem” zei ik lachend tegen haar. “and boys!” antwoordde ze, nu ook lachend. Er reed een kar met koffers voorbij, waaronder één van de onze. Als dat maar goed gaat….

Foto’s

1 Reactie

  1. Corrie:
    16 maart 2014
    Wat leuk dar ik jantine zo kan volgen. Ik wens jullie heel veel sterkte toe. Corrie uit little rock arkansas usa.