17 Vervolg van de reis

8 maart 2015 - Mwanza, Tanzania

Na een heerlijke nachtrust werd ik tegen 8 uur wakker. De airco stond nog te blazen dus die zette ik uit. Na enkele minuten begon het te ratelen en kraken in dat ding. Ineens viel er wat op de grond. Ik dacht meteen: een gekko! Maar nee, het waren klonten ijs. Hij had wel heel hard gewerkt vannacht.

De anderen toonden nog geen beweging, dus ging ik lekker op het balkon zitten schrijven. Amper een dag onderweg en al zoveel beleefd! Toen Nicole en Matthea wakker waren, maakten we ons op voor het ontbijt.
De balie onder de spiegels was een ontplofte chaos van spullen van Nicole en mij, waar Nicole probeerde wat te vinden. “Ik ben alles kwijt. Hans zou zich kapot lachen”.

In de eetzaal zat Erik al achter zijn laptop. Ik bestelde “eggs, sunny-side up” en we schepten ons bord vol verse mango, papaya, watermeloen, annanas en avocado.  De cupcakes waren wat minder aantrekkelijk, aangezien een mierenkolonie probeerde de cakejes naar hun hol te slepen. Wij gingen lekker buiten zitten, en Hjalmar en Erik voegden zich bij ons. Mooi foto-momentje.
Erik had gisteren het diner voorgeschoten, dus betaalden we hem terug. En we maakten meteen een potje voor deze week. “Gelukkig is het rustig. Het is een beetje onbeleefd om zo met dat geld bezig te zijn. Voor sommigen is het meer dan hun maandsalaris”.

Je hebt ook meer het gevoel dat je aan het monopoly-en ben dan dat je met echt geld bezig ben. Al die kleurige biljetten. Helemaal als ze net uit de pin-automaat komen.

Erik en Matthea gingen wat boodschappen halen voor in Sengerema (WC papier!!!),  en voor de rugzak. De rest genoot van snelle Ryan’s Bay free wifi. “Er is in heel Tanzania geen Ikea!” riep Hjalmar geschokt. De dichtstbijzijnde bleek in Zuid Afrika!

Erik en Matthea keerden terug met hele nuttige spullen voor in het huis (boter, zout, fruit, WC-papier – lekkere zachte, niet onbelangrijk) maar zonder rugzak. Lucas was opgegeven als contactnummer en zou regelmatig informeren. Zodra hij er was kwam de werknemer met liesbreuk met de rugzak naar Sengerema.

Intussen had Nicole alle spullen uit de hotelkamer naar beneden gesjouwd terwijl ik als een dolle verhalen op de blog had gegooid. Ik was net klaar met het laatste verhaal toen de lunch werd opgediend. Strakke timing. Terwijl wij aten werden onze koffers en tassen in de auto geladen, zodat we vlot konden vertrekken naar de veerboot van de stad. Hij kwam net aanvaren, dus snel naar de poort. Dicht, helaas. Gelukkig stond er (alweer) een bekende van Erik. Enthousiaste beleefdheden werden uitgewisseld en toen mochten we via de 2e poort het terrein op, waar taxi’s door reden. Het hek was half open en het taxibusje voor ons wurmde zich er tussen door. Wij er achteraan.

Een paar vrachtwagens met hele hoge bepakking reden de veerboot af. De busjes die vroeger naar Turkije reden waren er niets bij.

Erik parkeerde de auto op de veerboot, wij poseerden bij Bismarks Rock, dè bezienswaardigheid van Mwanza. En natuurlijk werden de Marabu’s vastgelegd voor het nageslacht (en voor Paco).

Op de boot zochten we een plekje langs de railing en keken uit over de zijarm van het Victoria meer. Windje door je haren, wat wil je nog meer! Er kwamen een man en vrouw naast ons zitten. “gaan jullie naar Sengerema Hospital?”,  vroeg de man in het Engels. Het waren Amerikaanse gynaecologen van de Touch-foundation. Evelyn was de opvolger van Maureen, die ons vorig jaar zo smakelijk had onderhouden over de mevrouw met de kikker. Ze hadden Erik en z’n team in oktober al ontmoet. De man had Erik beneden zien lopen en had bedacht dat wij (de enige andere blanken op de veerboot) wel bij hem zouden horen. “He’s a real detective”, grapte Evelyn.

Ze pasten niet meer bij ons in de auto, dus namen ze aan de overkant een taxi naar Sengerema. Erik reed ons over de onverharde weg. Dat was deze keer nauwelijks een avontuur te noemen, want hij was helemaal hersteld. Geen grote gaten van weggeslagen wegdek, dus we konden aardig snelheid maken. Natuurlijk wel de kleurrijke mensen langs de kant die zich veelal lopend en soms fietsend of op de pikipiki (brommer) verplaatsten.

We genoten van het landschap met de verschillende huisjes. Erik legde de verschillen uit in type bouw als afspiegeling van je sociale status. Klei, ongebakken steen, gebakken steen, rieten dak en golfplaten dak in opklimmende rijkdom.

We passeerden het klooster van de broederschap waar broeder Carlos (die van de deken-verkoop middag met m’n schoonouders) lid van was. Erik kent de hele geschiedenis van het ziekenhuis en gaf ons een mooie samenvatting. “Let op op wat voor een afstand het klooster ligt van het ziekenhuis. De broeders lìepen dat elke dag!”

Een korte stop voor Hjamar om rood zand te scheppen voor Henrike, gade geslagen door een groepje giechelende kinderen. “Rare blanken”, zullen die wel gedacht hebben.
Alles liep voorspoedig, tot we bij een grote zandbult aankwamen. Een shovel stond langs de kant. Die had zojuist de weg volledig doorgegraven. Aan beide kanten was geen ruimte om te passeren. Wat nu? Erik maakte in Swahili een praatje met de shovel-chauffeur. Hij startte zijn machine en…gooide het gat weer dicht! Geweldig! Hjalmar legde alles vast op film. De overige weggebruikers maakte dankbaar gebruik van de tijdelijk ontstane doorgang, en wij vervolgden onze weg.

Foto’s

3 Reacties

  1. Pa Lemson:
    10 maart 2015
    Hardstikke mooi verhaal , nu aan het echte werk . Veel succes en veelvoldoening voor jullie allen .
    Groetjes Pa Lemson
  2. Petra:
    10 maart 2015
    zo is dat, pa Lemson! Au boulot! Petje af, hoor, Susan.
  3. Petra:
    10 maart 2015
    zo is dat, pa Lemson! Au boulot! Petje af, hoor, Susan.