18. Karibuni Sengerema (welkom allen in Sengerema)

8 maart 2015 - Sengerema, Tanzania

Voor we het wisten, reden we het terrein van het ziekenhuis al op. We gingen meteen naar Niek en Laura, die in het gasthuis waren waar wij meestal ook verbleven. Ze zaten op de veranda en keken blij verrast op. Na een warme begroeting inspecteerden we eerst Nieks badkamer. Die was naast de veranda aangebouwd. Luxe hoor, we komen hier allemaal douchen! Daarna bijpraten onder het genot van een soda. Laura wist alles al, want ze had de blogs van vanmorgen al gelezen.

Zr Marie José kwam langs om de sleutel af te geven van het andere guesthouse waar wij zouden slapen. Ze moest eerst nog naar de mis, maar kwam ons daarna ophalen voor een rondleiding door het ziekenhuis.

Bij Niek en Laura konden twee gasten slapen, in het andere huis drie. Daar zou “onze” Nelia het huishouden regelen. Mooi, ik weet wel waar ik ga slapen. Nouja, als de deur open wil. Erik had een sleutelbos met 3 sleutels van zr MJ gekregen. Eén leek te passen, maar draaide niet, de rest was zeker niet goed. “Wacht even, misschien zit het slot op z’n kop, dan moet ik de andere kant om draaien” mompelde Erik. Helaas, ook niet. We liepen om het huisje heen naar de andere deur. Achter het huis stond een hokje met twee deuren. “Da’s de WC”, wees ik Hjalmar. “Oh, maakt me niks uit”, antwoordde hij droog. De voordeur lukte ook niet. Dan maar met grof geweld. Binnen.  De deur had op de knip gezeten. Nu niet meer…

We stapten een knusse keuken binnen, waar de delfsblauwe kopjes ons welkom heetten. In de woonkamer stond een typisch Tanzaniaans bankstel in donkerbruin en in de zijkamer een grote eettafel. De badkamer had een toilet mèt bril, en een douche met een hele rare douchekop. Dat bleek een of ander electrisch apparaat  dat het water opwarmde zodat je met koud water toch warm kon douchen. “Even op de foto zetten voor m’n vader”,  zei Hjalmar. Ik weet niet of ik dat ga gebruiken. Elektriciteit en water gaan volgens mijn niet zo heel goed samen.

Er waren 3 slaapkamers: één met een oud ziekenhuisbed, één met een klein 1-persoons bed, en één met een tweepersoons bed. Weinig keus, want ik paste als enige in het kleine 1-persoons bed. De klamboe hing al klaar, en er was zelfs een fonteintje in de hoek van de kamer. Met spiegel. Die hing met pleisters vast aan de muur en steunde af op de kraan zodat hij niet viel. Als ik op m’n knieën ging zitten kon ik er net niet in kijken, en als ik stond ook niet. Bukken dan maar.

Het licht in de woonkamer werkte niet, dus Erik pleegde een telefoontje. In no-time stond Paolo Kubwa op de stoep. Een vrolijke hereniging, en ik deed hem meteen de groeten van Natasja. “Is ze er niet bij deze keer?” helaas…  Toen Erik Hjalmar aan hem voorstelde, vond Paolo dat hij op z’n zoons leek. Dat gingen we nog vaker horen deze week.

Nicole en Matthea gingen bij Niek en Laura logeren. Om Niek en Laura wat privé tijd te gunnen (Laura gaat over 3 weken weer terug naar Nederland) besloten we bij ons de maaltijden te doen. Niek en Laura konden zelf bepalen of ze bij ons wilden zijn of samen.

Zuster MJ kwam alweer binnenlopen. Dat is snel. “Ik ga ’t liefst naar de mis van 4 uur, da’s altijd een lekker kort misje”, zei ze.

Met z’n allen liepen we naar het ziekenhuis. Zr MJ wilde via een binnendoor weggetje naar binnen. Maar Niek stelde voor om met de nieuwe gasten via de hoofdingang te gaan. Een nieuwsgierige kinderschare volgde de “witte vloed van het huisje tot de ingang van het ziekenhuis.

Het was nu nog leeg bij de bankjes bij de hoofdingang. Dat is door-de-week wel anders. Achter m’n notitieboekje probeerde ik onopvallend met m’n mobieltje wat bewegende beelden op te nemen voor Optimaal FM. Als we terug zijn, mogen Matthea en ik nog een keer langs komen.
Er was heel wat veranderd. De kraamafdeling was betegeld en er werden nieuwe verloskamers gebouwd. Omdat er zoveel bevallingen zijn (35 per dag!) zijn er ook bedden nodig om de moeders in te leggen. Tot nu toe waren er 7, maar ze werken aan een gebouw achter de kraamafdeling waar 16 extra bedden in komen. Zr MJ legde alles aan Erik uit. Ik mòest even de geweldige ladder vastleggen, die tegen het gebouw aan stond.

De nieuwe verloskamer is een grote ruimte met in het midden een soort halfhoge muur met aan weerszijden een balie.  Rechts om de hoek stond een tafel waar 3 zusters een broeder bezig waren met een interessant werkje. De een sneed een urinecatheter in plakjes, de volgende haalde een truitje uit en knipte er draadjes vang. Nummer 3 en 4 haalde de draadjes door de ringetjes. Tanzaniaanse afnavelklemmetjes. Eerlijk handwerk.

Tegen de muren zijn in totaal 8 bedden met een gordijn ertussen voor de privacy. In de hoek stond een splik-splinternieuwe reanimatietafel voor pasgeborene. Er lag een hoopje stof onder. Toen ik dichterbij kwam, bleek het een ingebakerde baby van een paar uur oud. Hij was wat koud en lag onder de warmtelamp. “waar is de moeder?” vroeg Hjalmar geschokt. Ik vond het ook een naar gezicht, zo’n kindje moederziel alleen op zo’n technisch apparaat. Het werd nog schokkender, want we gingen naar de afdeling te-vroeg geborene. Hjalmar aarzelde, maar zr MJ liep zonder pardon naar binnen. Wij er achteraan. Een stuk of 8 bedden in een grote ruimte waren bijna allemaal bezet met moeders met kleine baby’s. Het kangoeroe-project van Jiska liep nog steeds, alleen begrepen niet alle moeders de bedoeling helemaal. Naast een moeder lag een kindje in een doek, die niet meer dan een kilo kon wegen. Hij zag er slecht uit, maar lag in een doek naast moeder i.p.v. huid op huid tegen haar aan. Zr MJ sprak de moeder bestraffend toe, haalde het kind uit de doeken en legde hem op de borst van moeder. Als een klein aapje zakten de armpjes en beentjes om haar heen. Ik hoop dat het goed komt.

Op de herenafdeling was het wat vrolijker. Prachtige nieuwe tweedehands bedden van Stichting Vrienden van Sengerema Hospital. We wandelden nog een rondje IC waar ik Hjalmar de zuurstofconcentratie-apparaten aanwees die Niek met z’n marathon bij elkaar had gelopen. Langs de kleine OK en weer terug naar zr MJ’s kantoor. Terwijl wij het gastenboek tekenden probeerde Erik het fonteintje te maken.

Daarna gingen Nicole en Hjalmar terug, terwijl Erik, Matthea en ik met zr MJ de ronde over de mannenafdeling chirugie liepen om te kijken waar we morgen mee moesten beginnen. Op de kinderafdeling hadden we al een liesbreukje gevangen dat beklemd had gezeten. Op de Male II lag het vooral vol met wonden. Die zouden we morgen bij de visite gaan bekijken. Maar er was iemand met een uitgezakt kaakabces wat er nog niet zo schoon uit zag. Die moest zeker op de lijst. En er was een gebroken enkel met een vieze wond en een nog afzichtelijker gips. Da’s 3, daar komen we de middag wel mee door. Verder waren er wat ongelukkige gebroken benen waar wat mee moest. Eerst foto’s morgen en dan verder kijken. Ik zou morgen met Matthea de echte visite lopen en plannen maken. Erik had spreekuur. Eigenlijk meer spreek dag…

Terug bij het huisje zat Nelia op de veranda. Ze kon er niet in. De sleutel lag bij Niek. Handig. Ze had ook nog geen geld gekregen voor boodschappen en moest nog beginnen met koken. Daar had ze stevig de balen van. Gauw wat boodschappen halen, want het was te laat om macaroni te koken.

Terwijl Nelia met het eten bezig was, kwam Ida binnen waaien om ons welkom te heten. Ik stopte haar meteen de dozen van Jantien en Ellen toe. Erik had een mooie tas om het in te verpakken. Door Jiska meegegeven, mèt het prijskaartje er nog aan. Nicole wilde het er al heel behulpzaam afhalen. “Nee”, zei Erik,  “dat moet er aan blijven. Dan kun je zien dat hij nieuw is. Jiska weet dat, daarom zit het er aan.”

Het avondeten, met Laura en Niek, werd geroosterd brood (uit de Nederlandse broodrooster met mijn verloopstekker) met wat Nederlands beleg. En natuurlijk stukjes mango. Overheerlijke Tanzaniaanse mango. Die heerlijk zoete smaak. Hemels!

Via Hjalmars hotspot toonde ik met face-time aan Bert, Tom en Edwin het huis. En ik stuurde nog een hoofdstukje heksen. Nog een uurtje aan de borrel en daarna was het echt op. Moe van de reis en alle indrukken, gingen we op tijd onder de klamboe. 

1 Reactie

  1. Edwin:
    11 maart 2015
    Lief,je schrijft wederom levendig, zit uiteraard tranen weg te pinken, wat mis ik het. Fijn dat je 'onze' Nelia weer hebt. FaceTime is leuk voor de mannen, zeker voor tom( en ik n beetje). Vanavond je heksen verhaaltje afspelen, ik zal m in twee knippen, anders vind hij het toch wat lang.