19 Aan het werk!

9 maart 2015 - Sengerema, Tanzania

“Uitslapen” tot 7 uur, want om half 8 begint de overdracht. (Ja, jongens, hier wel!). We waren wat vroeg, dus de huishoudelijke dienst was de stoelen nog aan het afdoen. Erik nam ons om de tijd te doden mee naar de naastgelegen generator-room waar 2 generatoren staan die Erik een paar jaar geleden via SIMBA heeft verzonden. Twee grote machines op aparte blokken beton vullen ongeveer 1/3e van een gigantische ruimte. In het midden staat een bureau met een geüniformeerd mannetje erachter, die meteen opspringt om doctor Erik te begroeten. De linkerkant van de ruimte is leeg. In de vloer is een groot losstaand betonblok zichtbaar dat op een aparte fundering staat. Tegen de achterwand een enorme diepzwarte olievlek die vrijwel de gehele wand beslaat. Daar stond de oude generator. We zullen hier maar geen bodemtesten doen…

De overdracht is een beleving op zich. Langzaam druppelt iedereen binnen, en dat gaat de hele overdracht gewoon door. Om 7.35h opent de Matron (hoofd van verpleging) met het “Onze Vader” in het Swahili. Tenminste, dat denk ik want het heeft dezelfde cadans. Daarna begint een stevige jonge dame in uniform-jurk met een vestje erover tegenover ons een verhaal af te ratelen in gebroken Engels dat niet te volgen is. Net als ik de eerste keer, dacht ook Hjalmar even dat ze Swahili spraken, totdat hij toch wel heel veel losse woorden herkende. Soms vraag ik me zelfs af, of ze elkaar wel verstaan. Niet dat dat erg belangrijk is, want er wordt niet zo intensief geluisterd. De mobieltjes eisen veel aandacht.  Het is wel te begrijpen wanneer je bedenkt dat ze elke morgen de overdracht van chirurgie, interne geneeskunde èn gynaecologie bijwonen.

Na afloop van de overdracht sprak de Matron me aan. Ik kon m’n jas wel laten strijken hoor. Hint. Blijkbaar was m’n doktersjas (dank Natas! Komt goed van pas!) gekreukt uit de koffer gekomen. Ze had Erik ook al tot de orde geroepen. Dus wandelden we gezamenlijk naar de linnenkamer. Een grote ruimte met meerdere trapnaaimachines en rechts om de hoek een grote tafel met erop een soort deken. Daar stond een man met een ijzertje uniformen te strijken. Veel handiger dan onze smalle strijkplankjes. (ik zie Eds reactie al: wanneer heb jij voor het laatst gestreken…?)

We gaven onze jassen af en in een ommezien waren ze weer klaar. “Nou, een heel verschil” grapte Nicole. Niet dus, met een strijkijzer uit het jaar stillekes.

Gezamenlijk liepen naar de nieuwe kantine om te ontbijten. De kantine is zr Marie-José’s trots en sinds een jaar open. Het zag er netjes uit. Fraai betegelde zaal, barretje in de hoek met wat koopwaar erop en een mooie dame erachter om de bestelling op te nemen. Thee zonder melk graag!

We zochten een tafeltje achterin en streken neer. De dames serveerden gevulde chapati’s met zoete thee. Mèt melk. Erik offerde zich op voor die beker, en bestelde voor ons nogmaals een thee zonder melk. De chapati’s werden traditioneel met de handen gegeten, en Zaza kwam ook nog even over de tafel heen gerend….

Na het ontbijt scheidden onze wegen. Hjalmar en Erik brachten de koffers en tassen met alle spullen naar de OK, en daar bracht Hjalmar het grootste deel van de ochtend door met uitpakken en sorteren. Erik ging poli doen en Matthea, Nicole en ik startten met visite lopen op afdeling Male II. Nicole gewapend met mijn mobieltje om alle wonden vast te leggen op foto. (Wees gerust, ze verschijnen niet op de blog)

Erik had van tevoren opdracht gegeven alle wonden uit te pakken, maar er was nog geen beweging. Ik maande de dames en heren nogmaals tot actie en toen kwamen ze op gang. En een soepele vaart gingen we alle patiënten langs en maakte plannen. De afdelingsarts voegde zich al snel bij ons. Een hele zaal vol wonden, en hij had een hekel aan wonden. Hij had geluk. Het is mijn “hobby” (aandachtsgebied heet dat officieel).

Het is natuurlijk wel even schakelen. Een man met twee prachtig mooi genezende wonden wilde ik naar huis laten gaan met 1x per dag spoelen en verbinden. “Dat gaat niet lukken thuis. We houden hem tot de wond vrijwel dicht is”. Dan mis ik plots m’n transmurale wondzorgketen. Overigens zouden de dames wondconsulenten en aandachtsvelders thuiszorg hier op de afdeling hun vingers aflikken! (figuurlijk gesproken, uiteraard).

Na een rondje afdeling hadden we 16 patiënten gezien waarvan er 7 een ingreep moesten ondergaan. 3 zouden we er vandaag doen (waarvan er 2 al op de lijst stonden), die hadden spoed. De rest kon verdeeld over de volgende dagen. Met het kindje met de liesbreuk van gisteren en de huidtransplantatie die zr MJ al per ongeluk had ingepland, zaten we op 5. Voor één middag ruim voldoende, gezien de ervaringen van vorige jaren. De wisseling van patiënten liep niet altijd even soepel en vlotjes.
Bij één patiënt waren spontaan zweren op het been ontstaan toen hij een periode veel vocht vast had gehouden. Hij was al op leeftijd en z’n voet aan die kant was een stuk kouder. Gelukkig had ik mijn doppler-apparaat bij me. Straks even halen bij Erik om de doorbloeding te controleren.

Op de OK was het een warm weerzien. Shelembi, inmiddels omgeschoold van operatieassistent naar anesthesieassistent, testte meteen mijn Swahili. Met de basiszinnetjes als “hoe gaat het thuis, hoe gaat het met de kinderen?” kan ik wel uit de voeten, maar daar houdt het zo’n beetje mee op. Wel hebben we met de kinderen heel veel woordjes geoefend, en inmiddels kan ik die wel uit de gesprekken destilleren. Er lijkt verbetering te zijn…

Matthea en ik ploften neer in de koffiekamer van de OK. Op het inmiddels vertrouwde papiertje vulden we het operatieprogramma in en hingen hem op het prikbord.

 “Wat is het bloedgehalte?” vroeg Shelembi. In Nederland bepalen we dat alleen bij operaties waarbij we veel bloedverlies verwachten, of bij mensen met aandoeningen waar het bloedgehalte laag kan zijn. Hier moet van elke patiënt voor operatie het bloedgehalte bekend zijn. Door malaria, sikkelcelziekte en andere aandoeningen kunnen mensen zware bloedarmoede hebben zonder veel klachten. Inmiddels kende ik de regels, dus we hadden het voor alle patiënten keurig aangevraagd. Maar nog niet alle uitslagen waren bekend.
Zonder pardon werden we terug gestuurd. Matthea en Pim, coassistent uit Nijmegen die we bij het ochtendrapport hadden ontmoet (samen met Deborah en Stijn, 2 andere Nijmeegse co’s) boden aan om alles na te gaan. Geen computer hier, dus gewoon langs de afdelingen om te kijken of de uitslagen al in het dossier zitten.
Nicole en ik zochten Erik op voor overleg over het programma. Het was nuttig dat hij wist wat ik zoal gevangen had voor de komende dagen. Dan kon hij rekening houden met de planning, want er zou vandaag via de poli ook nog wel het nodige binnen komen. “Hij zit bij de eye-ward”,  zei Nicole. “Nee joh, daar liggen al die kindjes met de klompvoetjes enzo. Hij zit ergens op de poli, op zo’n pleintje ergens bij de ingang” was mijn antwoord. Nou was ik in 2012 voor het eerst en het laatst bij de poli van Erik geweest. Toen zat hij inderdaad op een pleintje. Maar inmiddels deed hij al jaren poli bij de eyeward. Leuke spraakverwarring.
Buiten zat een hele massa mensen op bankjes en op de grond te wachten tot ze aan de beurt waren. Binnen zat Erik achter het bureau met 2 AMO-students. Dat zijn een soort verpleegkundig specialisten die opgeleid worden om bepaalde basistaken van artsen te kunnen uitvoeren, waaronder ook eenvoudige operaties. In tegenstelling tot eerdere jaren maakten ze nu dankbaar gebruik van de aanwezige expertise.

“Ik heb al een mooi struma voor je gevangen” riep Erik enthousiast. Mijn doppler stond op tafel, dus die nam ik even mee naar de mannenafdeling. De man in kwestie was echter weg. Hij zat bij mama Safi. Mooi. Daar kon ik wel binnenstappen. Vol interesse werd mijn meting gadegeslagen door mama Safi. Toen ik klaar was, wees ze op haar eigen been. Ze had ook veel pijn. Geen wonder, het stond behoorlijk strak van het vocht. Ik wilde het haar uitleggen, en bedacht me toen dat ze ook even beluisterd wilde worden. Geduldig zette ik de doppler op haar voet en enkel en liet haar het geluid van haar eigen doorbloeding horen. Prima signaal, niks mis mee.

Ze knikte met haar hoofd naar de patiënt. Hoe is die van hem? De bloedvaten konden nauwelijks door de bloeddrukband worden dichtgedrukt. Teken van aderverkalking zoals we die vaak bij suikerpatiënten zien. Ah, dat had ze ook al gedacht toen ze de wonden zag. Ze stelde de patiënt spontaan een paar vragen. Ik herkende “veel drinken” en  “dorst”. Geweldig, ze vroeg een aantal symptomen die bij suikerpatiënten veel voorkomen uit. Hij had inderdaad veel dorst. Toch maar een suikergehalte bepalen. En morgen de wonden schoonmaken.

Op weg naar de OK hoorde ik een kindje hartverscheurend huilen. Ja hoor, ons liesbreuk patiëntje. Hij had vast honger. Snel aan de slag. Samen met Matthea visten we een behoorlijke breuk uit zijn scrotum. Daarna was het de beurt aan de huidtransplantatie. Wel even wennen. Normaal gebruiken we een speciaal soort kaasschaaf op perslucht om automatisch een mooi plakje huid van het been te snijden. Nu had ik een kaasschaaf aan een mesheft waar ik het zelf mee moest doen. Shelembi trok steriele handschoenen aan en schoot te hulp en samen klaarden we de klus. Matthea en ik hechtten simultaan de lapjes vast. Gelukkig hadden we wel vette gazen om vastplakken te voorkomen. Helaas was er geen vacuümpomp om het wondvocht weg te zuigen, maar het werd een ouderwetse pakkethechting: op 4 hoekpunten van de wond wordt een hechting gelegd die kruiselings aan elkaar worden geknoopt over een dikke laag gazen, om druk op de wond uit te oefenen. Als een spons nam Matthea alle nieuwe oude technieken in zich op.
Ondertussen vielen mijn 2e hands meegenomen klompen uit elkaar. De hele OK was bezaaid met een soort piepschuim. Klompen in de afvalemmer en op (steun-) kousenvoeten verder dan maar. Na afloop wenkte Steven me naar zijn kamer: “come, I have some shoes for you.” Onder de kast in zijn kamer stonden wel 8 paar OK-klompen. Een paar blauwe oogden als mijn maat, dus ik viste de rechter onder de kast vandaan. “SON” stond er op de achterkant. Als gegoten. Ik pakte de linker. “LEM” stond er op. Wat een verrassing. Hij had mijn klompen van vorig jaar bewaard. Heerlijk, hier kom ik de 2 weken wel mee door.

We waren klaar voor de meest indrukwekkende casus van de dag: een peesbladontsteking van de hals, veroorzaakt door een kaakabces ten gevolge van een ontstoken kies. Elk jaar komen we er weer 1 of 2 van tegen, maar het blijft bizar. De aantasting van het peesblad gaat door tenzij je tot in gezond weefsel alles weghaalt. Een soort “Rock-DJ”-clip achtige behandeling. Villen eigenlijk. Van de punt van de kin, naar de oorpunt, over de schouder en sleutelbeen tot bij na aan de tepel en ruim over de middenlijn weer terug. Een mega-gat werd geslagen tot op de spieren. “Een leerzame en indrukwekkende anatomie les” mompelde Pim, die mee stond te kijken. En gewoon vanwege een verwaarloosde kiespijn.

Tenslotte stonden nog het schoonmaken van twee wonden op het programma. Inmiddels was de oogarts klaar, dus gingen we parallel aan de slag. Matthea op de ene kamer een patiënt met een wond onder zijn voet t.g.v. suikerziekte, ik met de wond tgv een gebroken enkel, met het bijzondere gipsje.

Toen we klaar waren, was het nog licht! De wisseltijden op de OK waren aanzienlijk verbeterd ten opzichte van vorige jaren. Dat betekende dat we efficiënter konden plannen. Mooi! Ik complimenteerde Steven, hoofd OK, met de vlotte werkdag. Hij wenkte me terug naar de operatiekamer. Trots toonde hij me de twee nieuwe zuigapparaten van de dames van de bazar van de kerk van Nieuwenhoorn. Het zouden eerst 4 goedkopere worden, maar zr MJ had de voorkeur gegeven aan betere kwaliteit. En ze functioneerden prima. Dank dames!

We liepen naar de poli van Erik, die ook bijna klaar was. Hij had het programma van morgen afgevuld, dus het lijstje kon worden gemaakt. Steven zou de patiënten langs lopen, dan konden we morgen snel van start. Top!
Ik keek op mijn telefoon, nu ik in de buurt van Hjalmar was. Yes, Wi-Fi! Snel wat foto’s op facebook, want je weet nooit hoe lang het werkt. De rest liep al richting huis. “Hier blijven Hjalmar, met mijn hotspot” riep ik. “Nou”, zei Hjalmar, “ik weet nu hoe ik in Afrika vrouwen aan me moet binden!” Gelukkig was het internet echt snel, en konden we de anderen achterna. 

Ze zaten met Nelia op de veranda aan het bier. Nelia had Sniffie vast. Een mooi plaatje voor thuis! Daarna aan de maaltijd, want we hadden honger. En er moest geblogd worden, thuisfronten gebeld en geappt. Leuk om alle reakties te lezen en fijn dat iedereen zo meeleefd!

Niek en Laura kwamen langs voor een biertje. Erik en Hjalmar zochten wat materiaal voor de komende dagen uit. Ze gingen helemaal glimmen bij het uitzoeken van platen, schroeven en bijbehorende instrumenten. Elk jaar heb ik zo’n foto van Erik met iemand die een doos vol schroefjes mag uitzoeken. “’t Lijkt m’n vader wel, al die schroefjes door elkaar “, mompelde Hjalmar.

Rond half 11 gingen de anderen naar bed en bleef ik met de laptop achter. Nog even bloggen…..

Foto’s

9 Reacties

  1. Mama:
    10 maart 2015
    Wat en beeldende verhalen kan jij toch schrijven! Nu die Snuffie van Tom maakt heel wat mee. Leuk hoor al die foto`s. Het zijn eigenlijk illustraties bij de verhalen, fijn dat je aan het werk kon. Uit je verhalen maak ik op dat de situatie in het ziekenhuis verbeterd, fijn hoor. Werk ze morgen.
  2. Sabine Dearden:
    11 maart 2015
    Hallo Susan,
    Wat schrijf je beeldend, erg leuk om zo jullie te volgen. En genoeg te doen, en zo zie je maar weer wie wat bewaart die heeft wat (daar hou ik van). Werk ze en succes. Groetjes Sabine.
  3. Dayenne:
    11 maart 2015
    Idd, prachtig geschreven. Ik leef helemaal mee :)
  4. Henrike:
    11 maart 2015
    Hallo allemaal,
    TOP verhaal, terwijl ik lees zie ik het als een film aan mij voorbij komen.
    Dit worden 2 geweldige weken met zeer dankbaar werk!
    Lieve groetjes aan allen, liefs Henrike
    ps Hjalmar bedankt voor 't potje zand
  5. Ingrid:
    11 maart 2015
    Wat schrijf je ontzettend boeiend Susan, super om te volgen hoe jullie daar bezig zijn!
  6. Edwin:
    11 maart 2015
    Hadithi ya ajabu.
  7. Gill:
    11 maart 2015
    Heerlijk om dit ff te lezen tussen het inpakken van de verhuisdozen en het weggooien van hjalmars rommel (dat laatste was een grapje! ;) ).
  8. Patty Lemson:
    11 maart 2015
    Leuk dat die apparaten van de bazaropbrengst daar zo goed terecht gekomen zijn!
  9. Suzanne Roelofs:
    12 maart 2015
    Wat een klasse, blijf het zeggen.
    respect is te weinig voor wat jullie klaar stomen
    .. en ach al gaan dingen daar net een "klein" beetje anders... jullie fixxeen het wel!!
    Hoop het ook een keer mee te mogen maken...