2016-21

2 oktober 2016 - Doetinchem, Nederland

Gisterenavond wandelden we naar Tilapia, waar ook de Nederlandse coassistenten bleken te zitten. Niet erg avontuurlijk, want Tilapia is behoorlijk verwesterd en een soort conglomeraat van expats. Maar je kunt er prima eten, dus ook wij waren er deze avond te vinden. Wij gingen op advies van Celine op een soort zwevend terras aan de Japanse Teppanyaki. De dame die de wijn serveerde had er zin in. Iedereen kreeg een bodempje, en mijn glas vulde ze tot de rand. Even keek ze heel uitdagend en toen iedereen moest lachen vulde ze ieders glas tot de rand.

De kok ging aan de slag. Rondje rijst, rondje garnalen, rondje inktvis. Er bleven rondes komen, tot we dik en rond gegeten waren. Erik S schoof halverwege aan, die had met Amerikanen gegeten die in Sengerema projecten willen doen. Toen de kok even weg was, pakte Erik de spatels en ging aan de slag. Aan inzet geen gebrek, maar de echte kok was toch beter. We hadden zo veel eten gekregen dat ik m’n bord niet leeg kreeg. Natuurlijk moest dat vastgelegd voor m’n kinderen. Na het eten gingen de jongelui op stap, de ouwetjes gingen slapen.

Zondag begon zonnig. We zaten ontspannen aan het ontbijt toen tot onze grote verrassing zuster Marie-José het terras op kwam lopen. Haar vlucht naar Dar Es Salaam was geannuleerd en nu moest ze wachten op een volgende vlucht en hopen dat ze nog op tijd haar aansluitende vlucht naar Nederland zou halen. Van 10 tot 15 h wachten op het kleine vliegveld in Mwanza is geen feest, dus kwam ze naar Ryan’s Bay om ons op te zoeken. Ze was al om 6 uur uit Sengerema vertrokken en had nog niet ontbeten. We boden haar meteen koffie en toast aan waarvan ze zichtbaar genoot. Ze was geheel in het donkerblauw gehuld. Dat had ik nog nooit gezien, dus ik vroeg haar waarom dat was. “We mogen wit, donkerblauw of grijs aan. Wit is voor feest en grijs staat me niet, dus draag ik buiten het ziekenhuis donkerblauw” antwoordde ze.

De jeugd wilde relaxen, Celine had een afspraak over een project dat ze in Sengerema wil gaan opzetten en Erik wilde nog even met zuster Marie-José evalueren hoe de week was verlopen en wat we eventueel kunnen aanpassen. En ik wilde nog een paar slippers, dus liep ik naar de markt. Een souvenir-verkoper liep al babbelend een stuk met me mee. Tot ik het zat was en hem vertelde dat ik alleen naar de markt ging. “Maar dan geven ze je een blanke prijs, ik regel een goede prijs…!” Natuurlijk…

Ik wimpelde hem af en hij liet me met rust. Het was vandaag beduidend rustiger op de markt dan op zaterdag. Maar een Mzungu alleen is altijd prijs, dus probeer haar je winkel binnen te krijgen! Gelukkig had ik vaste plannen over wat ik nodig had, en kon ik duidelijk maken dat ondergoed, bezems en andere spullen echt niet mijn ding waren. En zolang je een beetje probeert Swahili te spreken, vinden ze je wel grappig en krijg je vriendelijke blikken. Hoewel ze me soms ook een beetje uitlachen, denk ik.

De veerboot terug naar Sengerema was klein en vol. Anja en ik vonden een plek in het hoekje aan de reling. Van daaruit hadden we een goed overzicht over de boot en de kade. Er stond een man een shirt te wassen in het meer. Vervolgens ging hij zijn broek, die hij nog aan had, inzepen en afboenen. Dat kan natuurlijk ook. Ondertussen pakte een vrouw naast hem water uit het meer met een plastic fles. Even later liep dezelfde vrouw met mango’s op de boot. Het water uit de fles werd gebruikt om het fruit af te spoelen. Lekker fris.

De regelaar van de boot dirigeerde ondertussen alle voertuigen de boot op. Tussen een bus en een vrachtwagen was nog precies genoeg ruimte voor een personenauto. Maar dan ook precies genoeg. De inzittenden konden er niet uit want de deuren konden niet meer open.
Halverwege de oversteek moesten ze wel een meter naar voren want de buschauffeur moest bij de kofferruimte. Een mooie lichte tas met bagage werd aan de kant gegooid. Toen was er genoeg ruimte om allerlei vieze, vette auto-onderdelen in te laden. Fijn, als je koffer er naast staat….

Onder ons stond een groep vrouwen met bakken vol vaat en pannen. Daar kon je rijst met bonen en spinazie kopen. Tijdens de overtocht at je je bord leeg. Daarna deed de dame de vaat. Veel Tanzanianen kopen bij de boot-verkopers. De prijzen zijn laag, en zou helpen ze elkaar een beetje. De mango-verkoopster kocht een bord rijst, en de rijstverkoopster kocht weer mango. Ook de verkopers steunen elkaar. Een mooi systeem.

Thuis aangekomen zat Nelia al op ons te wachten met heet water voor de koffie. Even later kwamen 2 nieuwe co-assistenten uit Amsterdam binnenvallen. Ze konden hun huis nog niet in omdat de andere co’s nog in Mwanza waren. Degene die hen had opgevangen bracht ze even bij ons onder. Erik kende de ouders van één van de dames, die in Sengerema had gewerkt. Helaas konden we niet lang blijven zitten, want we moesten eten bij Masoso, de DJ die een heel uitgebreide zaak heeft opgebouwd dankzij microkrediet en advies van de familie Staal. Als dank mogen we komen eten.

Erik reed ons vakkundig over een zeer hobbelige zandweg naar het huis. Twee jonge kinderen openden de poort naar de binnenplaats. Helaas kon hij niet ver genoeg open. Geen probleem, ter plekke werd de grond afgegraven zodat de poort ver genoeg open kon om de auto toe te laten.
We werden enthousiast begroet door Masoso en zijn zoons, die ons zijn huis binnen leidden. We mochten zowaar de schoenen aan houden. Net als vorig jaar stonden langs de wanden van de rechthoekige kamer diverse banken en brede stoelen. Bij elke stoel stond een bijzettafel die qua ontwerp paste bij degene in het midden. De muren waren licht-paars geverfd. Dat was nieuw, want vorig jaar waren ze nog grijs.  Mama kwam binnen en begroette ons, evenals de zoons. Toen we allemaal een plekje hadden gevonden, scharrelde er een oude man binnen. Niet de vader, maar de “kleine vader”. Zou dat dan een oom zijn? Erik wis t ook niet, maar kon wel meteen een consult doen. Ondertussen stond op de TV de bruiloft van ene Winnie aan. Lekker boeiend. Maar als je bezoek hebt, zet je de TV aan in Tanzania. 

Natuurlijk volgde een trotse rondleiding langs alle apparatuur die Masoso over de jaren heen verzameld had. Een gigantische hoeveelheid boxen, versterkers en luidsprekers, en mengpanelen. Erik S schopte subtiel een dode muis aan de kant die bij een van de kamers lag. Ach ja…

Erik W had een boot later terug genomen uit Mwanza en kwam met de piki-piki aan. Via de achterdeur werd hij binnen gehaald en kreeg een privé-rondleiding van Masoso, te beginnen met zijn “ kleine vader”.  Daarna mochten we weer naar binnen voor het eten. Eerst natuurlijk handen wassen bij het fonteintje. Maar niet met water uit het fonteintje, want dat was koud. Nee, onze handen werden met lekker warm water overgoten door één van de zoons van Masoso. Het eten zag er prima uit. Rijst, aardappelen, kip, vis en verse watermeloen en bananen. Masoso kwam langs met tomaten-komkommer salade. Enthousiast schepte ik op en nam een hap… Dat was pili-pili (heet!)!  Snel extra rijst pakken en goed kauwen. 
Het toilet was een belevenis op zich. Het hurktoilet was niets nieuws. Maar er naast stond een soort kinderbadje met troebel water. Niet echt aanlokkelijk om je handen in te wassen, al lag er wel zeep op de rand van het badje. Gelukkig stond er ook nog een ton met schoon water. Dus ik overgoot m'n handen daarmee. Aan een stok hing net zo'n handdoek als Marjolein gisteren gekocht had. Ik kreeg er niet eens m'n handen mee droog, zo dun was hij. 

Na het eten werden we begeleid naar de binnenplaats waar de rest van de familie (en volgens mij ook nog wat buurkinderen) zich ophielden. En waar de DJ-spullen stonden opgesteld. Erik S moest natuurlijk op de foto. Ik face-timede met m’n mannen en liet ze de vrouw van masoso zien. Het duurde even voor ze door had, dat ze een directe verbinding met Nederland had. Ze spreekt nauwelijks Engels, dus het was een beetje armen- en benen werk. En een beetje Swahili. Maar ze begreep dat het in Nederland een uur vroeger was, en dat de mannen ooit al wel in Tanzania waren geweest. De kleinkinderen werden geroepen en die moesten zwaaien naar mijn kinderen. Toen die terug zwaaiden was er eerst grote verbazing en toen een hoop gegiechel. Op de achtergrond danste Bert in Nederland op muziek uit Tanzania. De wonderen van de techniek.

Erik W wierp zich op tot leerling-DJ, tot grote hilariteit van de zonen van Masoso. Ze legden alles vast op film en foto, en wij ook. Michiel danste de “grote-Mzungu-dans” voor de kleinkinderen van Masoso, die gierend op het trapje toekeken hoe wij stumperds probeerden te bewegen op muziek. Al met al was het een mooie avond.

En nu op tijd naar bed, want morgen staat er weer een gevuld programma op ons te wachten. 

6 Reacties

  1. Edwin:
    2 oktober 2016
    was fijn deze FaceTime , ben ik er toch een beetje bij steeds.
  2. Alice:
    2 oktober 2016
    Dit gaat een boek worden toch?
    Erg mooi te lezen.
  3. Patty Lemson:
    2 oktober 2016
    Sterkte met de drukke week die vóór jullie ligt!
  4. Diana Seegers:
    3 oktober 2016
    Het is elke keer een groot genoegen om jullie reisverhalen te lezen! Fantastisch dat je daarvoor de tijd neemt. Ga er vooral mee door!!
  5. Pa Lemson:
    3 oktober 2016
    Ik heb met plezier je stuk gelezen .
  6. Ingrid Lindeboom:
    3 oktober 2016
    Wat vliegt de tijd toch, bij jullie waarschijnlijk nog sneller dan bij ons! Succes deze laatste week!!