2017-20 Wandelen door Mwanza

30 september 2017 - Doetinchem, Nederland

Na een heerlijke lange en koele nacht voelde ik me als herboren. Vanaf m’n balkon zag ik dat Jesse en Erik al aan het ontbijt zaten. Ik voegde me bij hen, nadat ik mijn mayai sunny side up had besteld. Een spiegelei. Annelieke vertelde me dat het in het Swahilie mayai macho is, ogen-eieren. Grappig.
Erik bracht ons naar de centrale markt, waar we de eerste keer met het gezin hebben gelopen. Een gedeeltelijk open en gedeeltelijk overdekte markt. Geen toeristische markt en ze zijn niet gediend van foto’s maken. Dus maakten we plaatjes in ons hoofd. De groente en fruit markt was prachtig. Alles kleurig en keurig in stapeltjes van een vaste prijs. De vismarkt stonk vooral, dus die lieten we snel achter ons. Een marktkoopman probeerde me een gedroogde platte plaat van vis 25 x 40 cm te verkopen. Toch maar niet, nee dank u…

Annelieke vond haar Royco Mchuzi-mixs, die ze in Kenia altijd gebruikte. Ze was in Nederland aan de laatste pot bezig. En op de terugweg hadden we ruimt zat. Het eerste winkeltje waar ze het ze vond, moest ze 12 stuks tegelijk nemen. Dat was blijkbaar de groothandel, niet groter dan mijn kleine slaapkamer vroeger thuis. Wel helemaal van onder tot boven volgestouwd met dozen. Verderop kon ze ze gelukkig gewoon per stuk kopen. We waren wel een bezienswaardigheid, vier van die struise blanke vrouwen. Een mama die komkommers verkocht vroeg of we een moeder met 3 kinderen waren. “Ja”, zei Heleen. Uitleggen was veel te ingewikkeld. En voor de Afrikanen lijken we vast heel erg op elkaar. De potten, pannen en keukengerei die de Tanzanianen tegenwoordig gebruiken doen niet onder voor onze blokker. “Beetje jammer”, vond Jiske. Er was nog wel een kraam waar we mooie mandjes hadden gekocht in 2012. Maar de rest was er klaar mee. Het was druk en dan loopt iedereen heel dicht tegen je aan.  Nu ik weet hoe ik op deze markt moet komen, kan ik er altijd nog een keer naar toe wandelen. Dus wandelden we de markt af en liepen richting de Masai markt. “Oh ja, links lopen” mompelde Annelieke. Anders bots je tegen iedereen op. Op de Masai markt kochten de dames wat sieraden. Ik keek of ze nog leuke polsbandjes voor de jongens hadden, maar die waren wat vaal en niet hip. Intussen waren we aardig dorstig geworden. Annelieke spotte een “lodge”, een overdekt terras met plastic tafels en stoelen waar we wat konden drinken. En plannen wat we verder gingen doen. Heleen stelde voor om naar de nieuwe grote Mall te lopen. Daar waren we met de auto langs komen rijden vanaf het vliegtuig. Volgens google-maps was het 2 kilometer. Wel lopend te doen, maar het was half 1. Heleen en Jiske hadden wel zin in een stevige wandeling, dus sjokten Annelieke en ik er achteraan. Het grootste gedeelte liepen we langs de grote weg. Maar er was nog genoeg te zien. In het drukke verkeer scheuren grote en kleine bussen, auto’s en brommertjes langs mensen met volgeladen fietsen en handkarren. Eén man met handkar grapte dat we wel in zijn kar mochten stappen.
De mall was een gigantisch gebouw met grote centrale hal met glazen liften en roltrappen. Alleen was maar de helft van de winkels gevuld en was er geen hond. De roltrappen stonden stil. Jiske en Annelieke kochten thee in een supermarkt beneden. Op de 1e verdieping zat een grote juwelier. Ik ging naar binnen om te kijken of ze nog mooie sieraden hadden. Maar ze houden hier vooral van bling-bling, en dat is niet helemaal mijn smaak…

Op de 2e verdieping was een Vodacom winkel, daar konden we de belbundels aanvullen. Goed om te weten dat deze vestiging zaterdag en zondag tot 5 uur open is. En heel rustig.

Helemaal boven was het foodcourt. Dat bleek een koffie-barretje dat bij de bioscoop hoorde. Maar ze hadden koffie, thee en fris en meer hadden we niet nodig. Heleen belde met haar vriendin Grace, bij wier broer Fred ze tijdens haar 3 maanden stage in Tanzania had gewoond. Ze hadden in Mwanza afgesproken, maar Fred was nog onderweg. We splitsten ons op en Jiske, Annelieke en ik namen een taxi terug naar het hotel.

Erik zat te lunchen met Jesse, Josh en Josh zijn moeder. Ze gingen ‘s middags varen. We fristen ons op en bestelden lunch. Dat duurde even, maar uiteindelijk was de butter chicken met chapati heerlijk. Voldaan nestelde ik me op het balkon om te bloggen en foto’s in te laden. Helaas was het internet dramatisch traag, dus de foto’s duurde een eeuwigheid.

Intussen was het donker geworden. Tegen half 8 appte ik op de groepsapp of men al honger had. We verzamelden op het terras. Erik stond met zijn groep in de file, maar uiteindelijk gingen we om half 9 dan toch eten.

Josh stelde voor om naar Diners te gaan. Weer eens wat anders dan Ryan’s Bay of Tilapia. Het restaurant was een vierkante ruimte met achterin de keuken. Aan het plafond hingen Chinese lampen en op de muren behang met palmbomen. Het licht was gelukkig wel knus gedimd. Maar het had toch het meeste weg van een chinees restaurant terwijl ze een Indiase keuken hadden. Omdat Josh het restaurant had aanbevolen moest hij maar gerechten kiezen. Ik zat naast zijn moeder die zeer vertelde hoe ze de dispenseries had opgezet, had overgedragen maar dat er nu veel van haar werk weer teloor ging door gebrek aan geld en onderhoud.

Terug in het hotel stond de whiskey achter slot en grendel in het kantoor van Johnny en de bar was dicht. Dan maar vroeg naar bed. De meiden gingen op stap met de vrienden van Heleen. Ik plofte in bed met m’n laptop en fotolader. En genoot van een redelijk snel internet waardoor ik een mooie serie kon inladen, ook nog van de heenreis. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Patty Lemson:
    1 oktober 2017
    Fijn dat jullie er ook even tussenuit kunnen in het weekend.
    Morgen met frisse moed weer aan de slag?