2018-11 Poli doen

1 oktober 2018 - Sengerema, Tanzania

“Je moest toch nog een echo doen” zei Paco. Oh ja, bijna vergeten. Een jongen van 16 had een Burkit Lymfoom gehad, een kwaadaardige tumor in zijn milt. Zuster Marie José heeft een lijntje met het oncologische centrum in Dar es Salaam. Ze neemt weefsel uit voor onderzoek dat daar naar toe wordt gestuurd. Afhankelijk van de bevindingen worden kinderen in Dar behandeld of in het Sengerema Hospital. Sommige kuren duren een half jaar en tijdens zo’n kuur wonen de kinderen dan alleen of met een familielid aan de andere kant van het land. Best ingrijpend. Maar de chemo van een Burkitt lymfoom kan in Sengerema worden toegediend. Zuster behandelt zo zo’n 40 patiënten per jaar. Op een zijkamertje ligt nu ook een mannetje aan een infuus. Hij heeft veel haarden en zijn prognose is niet goed. 

Bij Shagi had te tumor goed gereageerd, alleen bleef er een haard zichtbaar in zijn milt. Dat kan rest-tumor zijn maar ook een soort litteken. Het advies van de specialisten in Dar was de milt verwijderen. Er waren wat vage echoplaatjes, dus ik wilde met eigen ogen zien waar die tumor zat en hoe groot het geheel was voor ik eraan zou beginnen. Met Steven samen echoden we de buik met het, voor mij hier nieuwe, echo-apparaat. Vergeleken met Nederland dramatisch slecht beeld, maar vergeleken met het apparaat dat hier vorig jaar nog stond een enorme verbetering. De milt was goed in beeld te brengen met in de bovenkwab een haard die mooi binnen het kapsel lag. Dat moet lukken, dus die gaat op het programma van deze week. 

De zwangere vrouw met de dikke benen was de volgende patiënt voor echo. Ik zette de echokop in de liezen. De slagader was mooi te zien met de ader er naast. Met een beetje druk van de echokop was de ader goed dicht te drukken. Ik legde uit wat je ziet bij trombose: meestal wat grijzer in plaats van zwart in het vat, en door het stolsel is het vat niet dicht te drukken. Steven werd helemaal enthousiast. “let me try it”. Handig nam hij het van me over. Een klein stukje lager controleerden we het vat opnieuw. Ook mooi open. De knieholte was lastiger. Het beeld was vaag en met veel ruis. Met een beetje fantasie was ook hier de ader dicht te drukken. Dus geen trombose. In het Slingeland kijken onze ervaren vaatlaboranten het hele aderstelsel van boven naar beneden na, wat natuurlijk veel betrouwbaarder is dan mijn simpele onderzoek op 2 niveaus. Maar tot een paar jaar geleden was het 2-niveau onderzoek ook gangbaar bij ons. Je mist dan alleen de lage tromboses die in het onderbeen zitten. Die ontwikkelen zich òf door op te lossen, dan hoef je er niets mee, òf door erger te worden. Dus als je geen trombose vindt en de klachten blijven, dan na een week nog een keer controleren. Daar kon Steven mee uit de voeten. Deze dame had vooral vocht vanwege haar lage bloedgehalte en zwangerschap. Dus zwachtelen en kousen dan komt het wel goed.

Erik was niet rouwig dat mijn eerste operatiedag vroeg klaar was. Hij kon wel een handje hulp gebruiken op de poli. Toen ik daar tegen half 4 kwam aanlopen leek het nog net zo druk als aan het begin van de morgen. Overal zaten en hingen mensen. Voor de deur leek het een ware sit-in, dus ik moest met een grote stap over een jongetje met kromme beentjes heen om in de “spreekkamer” te komen. 

De spreekkamer is een grote ruimte met achterin een mega-grote tafel en een fonteintje. Met kraan, maar die doet het niet. Links-vooraan staat een onderzoeksbank met een kamerscherm. Daar naast staat een grote ton met een kraantje er in op een metalen stellage met daar onder een afwasteil. Daar kon je je handen wassen als je een patiënt had onderzocht.

Erik zat links aan de kopse kant van de tafel met Jiska naast hem. Ik ging rechts zitten, maar moest Jiska wel van hem stelen als vertaler. Want verder dan “hoe gaat het”, “waar doet het pijn” en “doe de mond maar open” kom ik niet. Een bont scala aan patiënten passeerden de revue. Gillian kwam wat later binnen met Charissa en Rian, en Rian nam Jiska’s taak over zodat zij Erik weer kon helpen met de administratie. Alles moet natuurlijk met de hand en voor een operatie moet een hele stapel formulieren worden ingevuld. 

Gillian had in het magazijn wat orde op zake gesteld. Een soort vast klusje van de operatie-assistent, want telkens is dat weer een zooi. Het lijkt onze garage wel. Dan heb je alles netjes op orde en een paar weken later is het alsof je er jaren niets aan gedaan hebt. Maar voor Gillian is het ook fijn te weten wat er is en waar het ligt om ons zo goed mogelijk te kunnen helpen met de ingrepen. 

Maar nu het op orde was, schoof ze achter ons op een krukje. “ik ben weer even spons” zei ze en absorbeerde alle indrukken. 

Er kwamen heel veel dames en een heer met vergrote schildklier. Omdat de schildklierfuncties nu niet te prikken zijn in Sengerema moesten we net als een paar jaar geleden hier varen op de kliniek. Als patiënten geen klachten van gejaagd gevoel, warmte-intolerantie of hartkloppingen hebben, geen uitpuilende ogen, een rustige pols en normale bloeddruk, dan kunnen ze gepland. Anders moeten ze naar Mwanza (2 uur reizen) om bloed te laten prikken. Rian en ik hadden al snel een strak werkende carrousel. Zij deed de anamnese, terwijl ik pols voelde en bloeddruk mat. Daarna stond ik op om de schildklier te onderzoeken. “meze tafadali” (slikken alstublieft). Vervolgens schreef ik het dossier terwijl Rian het plan uitlegde. Informed consent is hier niet echt gebruikelijk. Normaal zegt de dokter wat goed voor je is en als patiënt wordt je geacht dat te ondergaan. Of je weigert, dat kan ook. Toch leggen we als westerse artsen altijd wel uit wat de mogelijke complicaties zij. De patiënten schrokken toen ze hoorden dat ze hees konden worden na een operatie aan de schildklier. “mara kwa mara” legt Rian uit, met het idee dat dat “soms” betekent. Allan en Jiska leggen uit dat dat eigenlijk een soort “keer op keer” betekent en dat ze beter kan zeggen “kama kuna bahati mbaya” als je pech hebt. Dat gaat beter.

Bij de derde patiënt heb ik ineens de ballon van de bloeddrukmeter in de hand. Het schroefje waarmee hij aan het manchet was gekoppeld stuiterde over de grond. Gelukkig ligt er weinig op de grond, die wordt elke dag gedweild. Even een beetje pielen en het systeem werkt weer. 

Als we er weer een patiënt voor het OK-programma hebben geven we het aan Jiska door, die de planning maakt. De patiënt krijgt een “onder voorbehoud” datum mee en Constansia, de fysiotherapeut die vandaag poli-assistente is, legt het verdere traject uit. Naar het lab om bloed te prikken, naar de counter om te betalen en naar de bloedbank om door een familielid bloed te laten geven (afhankelijk van wat voor operatie verricht wordt).

Alle patiënten die gezien worden, worden door Allan in een boek opgeschreven. De patiënten die onder de overheidsfinanciering vallen moeten worden geteld en daarvoor kan het ziekenhuis een toelage krijgen per patiënt. Zo helpen we ook nog een beetje in de financiën. 

De onderzoeksbank is nog wel een ding. Een klein oud vrouwtje met pijn in de lies staat er een beetje krom voor. Die gaat er nooit opkomen. “wacht maar” zegt Rian en laat de begeleidende dochter haar gang gaan. “Die vrouwen zijn hartstikke sterk. Moet je die armen zien.” De dochter pakt handig haar moeder in haar armen en legt haar op de onderzoekstafel. Wel verkeerd om, maar dat maakt niet uit. Ik onderzoek de lies en haar heup. Slijtage, dat kunnen we niet oplossen. In de grote stad wel, maar daar hebben ze geen geld voor. Dus schrijven we een pijnstiller voor en geven uitleg. De dochter heeft op haar T-shirt staan “dressed to kill them”. Hilarsch. Jiska ziet het ook en neemt een foto. “ga er maar bij staan”. Het dametje heet Suzanna. Ik zeg dat ik ook zo heet en vraag om een foto. Ze vindt het prachtig en poseert gewillig met haar mooie houten wandelstok. 

Met het recept in de hand gaan ze weer naar buiten. Constansia roept de volgende naar binnen.

Het is al ruim donker als we de laatste patienten gezien hebben. Klaar voor de dag. 

Thuis wacht een voedzame en lekkere maaltijn met opnieuw de Tanzaniaanse spinazie, dit keer met vis in een soort tomatensaus en aardappelpuree van zoete aardappelen en bakbananen. En natuurlijk salade van komkommer, avocado en tomaat. Koffie toe, met jodenkoeken. Erik en Paco hangen de lampen die Erik en Jiska hebben meegenomen op. Platte pakketjes van Ikea, altijd handig. En dan voelt Gillian zich ook een beetje thuis. Foto’s en verhalen van de dag worden uitgewisseld en er werd uitgebreid besproken wat fijner was: douchen met koud water uit de muur of jezelf overgieten met een schaaltje warm water en een kannetje. De stemmen staakten. 

Ik ging voor de koude douche in de hoop dat ik het eerste deel van de nacht wat frisser door zou komen. Helaas…

2 Reacties

  1. Mama:
    3 oktober 2018
    Wat zijn je verhalen toch mooi om te lezen en zo beeldend.
  2. Kim:
    3 oktober 2018
    Mooi geschreven Suzan !