25 Vrijdag de 13e: Hollen en vliegen

13 maart 2015 - Sengerema, Tanzania

Gewekt worden door het geluid van de prachtige tropische vogels is heerlijk. Erik en Hjalmar lagen nog in bed. Ik opende de achterdeur waar Nelia zoals elke morgen al zat te wachten. “Habari za asubuhi?” (hoe gaat het deze morgen?). De gebruikelijke uitwisseling van begroetingen. Nelia ging aan de slag voor het ontbijt, ik liep naar het huis van Niek in de hoop de oehoe vliegend filmen. Staand voor de deur bij Evelyn zag ik hem zitten. Hij keek me bedenkelijk aan, keek om zich heen en weer naar beneden. Evelyn en Alex kwamen naar buiten. Ze begon meteen tegen me te ratelen in haar enthousiaste Amerikaans. Er lag een dame opgenomen met een grote tumor in de buik waarvan we niet wisten wat er aan de hand was. Ze wilde hem samen opereren. Was het iets gynaecologisch, zou zij door gaan, anders zou ik het over nemen. De bekende “black-box”-procedure die we vorig jaar ook met Maureen een paar keer hadden gedaan. In Nederland ga je eerst uitgebreide onderzoeken doen om te weten waar de tumor precies vandaan komt. Maar die onderzoeken kunnen niet in Sengerema, en de mensen hebben geen geld om het in het universiteitsziekenhuis te laten doen. Alleen inschrijven kost daar al €75,- (150.000 Shilling) en dan heb je nog geen onderzoek gehad. Dus roeien we met de riemen die we hebben.
De dame had ook astma, dus moest ze nog voorbereid worden met medicijnen. Het zou wel na het weekend worden voor ze operabel was. Dan was Evelyn een weekje weg. Ik beloofde haar voor de dame te zorgen.

Door al dat geklets was de oehoe onrustig geworden. Mooi. Ik filmen… en hij vloog weg! Hebbes!

Vervolgens naar het nest. Het jong zat pontificaal op de rand. Wat een plaatje! Nu kon ik met een gerust hart ontbijten.

Op de OK waren ze al druk bezig met voorbereidingen. Vanavond moesten we een beetje op tijd weg kunnen om naar Mwanza te gaan. En dat vond het OK-personeel ook best lekker. De eerste schildklier was niet op haar kamer. Dan de tweede maar. Aan de slag. Het was weer heet. Ik zal voorlopig even niet meer klagen wanneer in het Slingeland maandagmorgen de temperatuur nog niet goed is…. Steven zette de airco aan, maar die werkte maar even. Desondanks liep de procedure voorspoedig, dus dat gaf hoop.

Hjalmar kwam bezorgd naar me toe. “Wij gaan zo een been recht zetten. Daar hebben we de electrische zaag voor nodig. Maar jij gaat een amputatie doen. Daar is ook een zaag voor nodig.” Geen probleem, want bij de amputatie hebben we meer ruimte rondom het bot en kunnen we gewoon de ouderwetse handzaag gebruiken. Goede oefening voor Matthea. Hjalmars gezicht klaarde op “Ik denk nog veel te Nederlands”, grapte hij. In z’n bagage zat een steriele handzaag die in Nederland niet meer gebruikt werd. Mooi, die was in ieder geval scherper dan wat hier voorhanden was.

Na de laatste operatie was Matthea naar de afdeling voor de laatste wondinspecties en ontslagen. De oogarts kwam binnen met een spoedje: een perforatie van een oog. De oogarts was een goede kennis van Erik. We hadden hem al eerder deze week ontmoet. Ik vroeg hem of Matthea mee mocht doen. “Natuurlijk, ze is van harte welkom”.

Op een drafje ging ik naar mama Safi, daar zou ze de wonden inspecteren. Helaas, dat was al klaar. Door naar Male II – geen Matthea. Female II – ook geen Matthea. ICU – geen Matthea. In sneltreinvaart naar de eye-ward, waar alle kinderen met klompvoetjes liggen. Ook geen Matthea. Wel een moeder die het dossier van haar zoontje onder m’n neus duwde. Het jongetje had vanmorgen koorts en was ziek. Hij had geen pijn aan z’n benen. Ik rook aan het gebied van de wonden. Geen vieze luchten. Teentjes kon hij goed bewegen en de voetjes waren niet gezwollen. In het dossier zat de uitslag van het bloedonderzoek. Malaria. Tsja, wat schrijf je dan voor. De grote Mzungu dokter wist van niets. “Ik kom terug” zei ik. Met het dossier in de hand weer terug hetzelfde rondje. Ik vond Matthea op de ICU. We hadden achter elkaar aangelopen. “Snel naar de OK, je mag meedoen met een oogoperatie”, zei ik. – “Maar moet de zuster nog leren hoe ze de wond van het scrotum moet spoelen dit weekend”, antwoordde ze. Nou, dat kan ik ook nog wel. “Wegwezen jij, dat doe ik”. Ze speerde naar de OK, en ik spoelde met familie en de zuster de wond. Het ging al veel beter met de patiënt. Hij reageerde al wat. Wel was zijn balzak nog zorglijk gezwollen. Goed spoelen is essentieel. Gelukkig heeft hij een slimme familie. Die zal de zusters zeker helpen onthouden dat er 3x per dag gespoeld moet worden. En dankzij Stichting Vrienden van Sengerema Hospital, is er nu overal betrouwbaar stromend water. Wonden spoelen kan nu dus gewoon met kraanwater en da’s een stuk goedkoper.

Met het dossier van het jongetje met malaria hobbelde ik richting OK. Rennen is toch niet zo handig in Tanzania. Veel te warm. Ik kwam een AMO (assistant medical officer, een HBO-arts) tegen en die hielp me met de medicijnen voor malaria. Terug naar de eye-ward om het recept af te geven zodat het kind behandeld kon worden.  En dan weer naar Mama Safi, die moest nog gezwachteld voor het weekend. Ik maakte wel wat meters vandaag.

Er zat een prachtige jonge vrouw bij haar binnen die even moest wachten. “A mamba bit her”, zei mama Safi. “Black mambo – nyoka (slang)?”vroeg ik. Ik kon het me niet voorstellen, want volgens mij zijn die beten dodelijk. “No, no, other animal.” De dame deed haar rok omhoog. Rondom haar knie tekende zich een grote bek af, met op haar bovenbeen een stuk opengereten huid. Dat kon er maar één zijn. “Ah, crocodile!” zei ik. Inderdaad. Hij had ook nog een hapje van de huid op haar borstkas genomen toen ze in het water aan het baden was. “Deze wonden moet je spoelen, insmeren met honing en niet afdekken, anders gaan ze ontsteken” onderwees Mama Safi. De wonden zagen er inderdaad prachtig schoon uit. De honing maakt ze zelf. Wat een topper. Ze is eigenlijk al met pensioen, maar werkt nog op contractbasis voor het ziekenhuis. Ze vraagt elke keer aan Erik of hij niet terug wil komen om het ziekenhuis te leiden. Dan blijft ze tot haar dood voor hem werken. Voorlopig nog niet, hoop ik. We hebben net een sollicitatie-procedure voor chirurg achter de rug en de 2e loopt nog. Da’s voor de komende jaren wel even genoeg.

Ik zwachtelde haar benen en gaf voor het weekend steunkousen. De huid stond al minder strak en was minder pijnlijk. Haar vriendin was er niet bij vandaag.

We spraken af dat ze volgende week zou komen.

Terug op de OK was iedereen klaar voor vertrek. Snel omkleden en de auto halen. Paolo Kubwa zat buiten op de veranda. Hij was de watertank aan het vullen zodat we volgende week weer gewoon toilet kunnen blijven doortrekken. In alle badkamers staat altijd een enorme ton met water voor het geval de voorraad op is. Dan kun je je toch nog afspoelen en het toilet doorspoelen. Het eerste jaar hadden we die aan het eind van de week hard nodig. Nu gelukkig nog niet.

Nelia had pannenkoeken voor ons gebakken, een heerlijke snelle hap voor vertrek. Wat is ze toch een kanjer. De laatste flesjes fris werden verdeeld, een laatste plas gepleegd en toen gingen we op weg. Het werd een heel avontuur… 

Foto’s