26. Een klier van een schildklier

21 maart 2014 - Sengerema, Tanzania

Vanmorgen zelfs 3 boterhammen gegeten. Jantine had tegen Nelia gezegd dat we eigenlijk alleen de gebakken versie van eht droge witbrood lustten. Dus had Nelia haar best gedaan om voor iedereen 3 boterhammen te bakkne. En dat terwijl ik normaal maar met 1 boterham ontbijt. Voor vertrek alvast de spullen voor het weekend klaargelegd op bed, zodat ik ze vanmiddag alleen maar in m’n tas hoef te stoppen.

Omdat we ’s middags op tijd weg zouden gaan naar Mwanza wilden we vroeg beginnen. Ik liep alvast naar de OK, en Paco volgde vlak na mij. Ik maakte met Steven een planning  voor de volgorde van het programma. De planning is hier volledig tegengesteld aan die in Nederland. Daar wordt aan de hand van gemiddelde operatieduur per ingreep een zo reeel mogelijk programma gepland. Het streven is om de programma’s goed gevuld maar niet overvuld te hebben, zodat er geen patiënten hoeven af te vallen. Hier daarentegen wordt zoveel mogelijk op één dag gepland. Stel dat het meezit, dan moet je wel voldoende patiënten hebben om te opereren. Je kunt ze tenslotte altijd nog afzeggen. Omdat wij langer doorwerken dan normaal, zou het allemaal nog wel haalbaar zijn. Maar we hebben dagelijks ook een paar spoedjes tusserndoor, hetgeen resulteert in het doorschuiven van gemiddeld 2 patiënten per dag ondanks dat we alle avonden tot 10 uur hebben staan opereren. Geen probleem, dat zijn ze zo gewend. Morgen is er weer een dag. Dan zetten we de uitgestelde patiënten als eerste.

Ik zou vandaag starten met het verwijderen van een vergrote schildklier, Erik met standscorrectie an een bovenbeen. De patiënten werden besteld en de OK’s klaar gemaakt. Ondertussen las Paco in de koffiekamer een fraai praktijkperikel voor uit medisch contact, over consultofilie.  Zeker vanuit het referentiekader waarin we nu zaten een bizar verhaal over een oude dame die was gestruikeld, eigenlijk niets mankeerde maar waar 4 specialisten bij in consult werden gevraagd. Voor de zekerheid. Je zult maar wat missen! Gek hè, dat de gezondheidszorg zo duur wordt.

Hier zitten we in het andere uiterste. Behalve het uitvragen van de klacht en het lichamelijk onderzoek met je handen en stethoscoop, is er allen basaal bloedonderzoek mogelijk. Bloedgehalte, ontstekingscellen en malaria. Verder is er een sterk verouderd echoapparaat waarmee buikecho’s kunnen worden gedaan. En er kunnen röntgenfoto’s worden gemaakt. ’s Morgens, want ’s middags is de mevrouw die ze maakt er niet. In het weekend kan het ook niet. Bovendien moet je bij alles wat je doet nadenken of de patiënt het kan betalen, en of je het dus ècht nodig hebt om je beleid te bepalen. Een hele andere manier van werken, maar wel erg verfrissend. Want wat doen we toch veel overbodig onderzoek in Nederland.

Bert en Anne verdeelden de patiënten die we de afgelopen week geopereerd hadden om visite te lopen. Dan wisten we zeker dat alles goed in orde was, voor we het weekend weg zouden gaan. Ik had dan geen asssistentie bij mijn schildklieroperatie, maar Natasja bood aan om “even” mee te doen. De mevrouw had een fors vergrote schildklier, met name aan de linker kant. Normaal zit de schildklier zo’n beetje onder en naast je adamsappel. Maar deze liep links door tot net onder haar oor. Het werd een lange dag. Eer ik de ene helft klaar had waren we bijna 4 uur verder. Paco stelde voor om even 10 minuten te pauzeren en wat te eten en te drinken voor we aan de andere kant verder gingen. Dat vonden we een prima plan en ook Joseph, onze trouwe operatieassistent, keek opgelucht. Na een klein kwartiertje gingen we fris en vrolijk weer aan de slag voor de andere kant. Die was gelukkig een stuk beter hanteerbaar en in minder dan de helft van de tijd er uit. Nog even goed nakijken voor bloedingen en vervolgens de huid weer netjes sluiten. Wij hadden natuurlijk onze bakken met hechtmateriaal bij ons, dus kunnen we de wonden netjes in de huid sluiten. Doordat de wond in de huidlijnen van de hals ligt, valt hij bijna niet op. Heel wat beter dan de bijna Frankenstein-achtige gevlochten draden die ze normaal gebruiken bij gebrek aan beter. Vol bewondering wordt de wond aanschouwd.

Er was een gedeelte van de schildklier die wat vaster aanvoelde. In overleg met Erik besluiten we toch weefselonderzoek te laten doen. Ik wil al bijna weglopen als de anaesthesie-assisten me achterna komt. De formulieren moeten nog ingevuld. In tweevoud. Het ene gaat mee met het preparaat, het andere blijft in het dossier van de patiënt. Lekker efficiënt. Ik ga nog even in de koffiekamer zitten en schrijf de bon. Ondertussen komt Jamila binnen om de gegevens van de patiënt op het potje te zetten. Ze komt binnen met een potje ter grootte van een limonadeglas. Daar kan nooit die hele schildklier in. Ik vraag wat er in zit. “biopsie” zegt ze. Ze sturen hier niet het hele preparaat op, maar nemen zelf een soort biopt, en alleen dat gedeelte wordt nagekeken. Hmm, het is de vraag of  ze dan het goede stuk heeft genomen. Ik vraag of ze rest van de schildklier nog heeft, zodat ik kan kijken of ze het juiste, vast aanvoelende stukje heeft uitgenomen. Jamila vist de schildklier uit de prullenbak voor bebloede materialen. Ze had het biopt uit het zacht en normaal aanvoelende deel genomen. Ik laat haar de verdikking voelen die ik bedoel. “Ahh”, zegt ze verrast. Ze voelt het verschil. Geen probleem, ze zal een ander stuk uitsnijden, dan kan de rest weer in de prullenbak. “We are learning” zegt ze met een verontschuldigende blik. Ik complimenteer haar met haar enthousiasme en leergierigheid en wens haar een fijn weekend.

Foto’s