27. Thank god it’s friday

21 maart 2014 - Mwanza, Tanzania

Snel naar huis, spullen in de tas en in de auto. We gaan in het weekend even uitrusten en douchen in Mwanza, om dan volgende week weer vol aan de slag te gaan. Normaal opereer ik zo’n 1,5 dag per week. Verder doen we poli, afdeling, spoed eisende hulp,, kleine verrichtingen, laseren van spataderen etc. Nu had ik in de afgelopen 6 dagen ruim 60 uur vrijwel uitsluitend op de OK door gebracht. En de meeste ingrepen waren complex. De eenvoudige kunnen ze zelf wel. Tijd voor verwerken van alle indrukken is er ook nog niet echt geweest.

Erik rijdt als een volleert Tanzaniaanse chauffeur. Inhalen, toeteren en gas erop. Zijn schoonmoeder zit er naast. Natasja vraagt zich vanaf de achterbank hardop af hoe het eruit zou zien met haar man en moeder voorin. Die had hem allang een stoot gegeven om rustiger te rijden. Maar Eriks rijstijl is heilig bij die van z’n zwager, die in Oeganda woont en werkt. Bovendien heeft Jantine haar halve leven in Afrika gewoond en gewerkt in is dus wel wat gewend. Vroeger scheurde ze zelf met vrouwen in baringsnood op de achterbank vanuit perifere nederzettingen naar het ziekenhuis. 3 uur rijden met een spoedgeval over slechte wegen. Wat een vrouw.

Bij de boot lijkt het eerst of we nog net meekunnen. We moeten hollen. Helaas past de jeep er toch niet meer op, maar gelukkig komt de volgende boot er al aan. Op de boot worden we belaagd door kooplieden. Pinda’s, kleden, boeken en geplette patat. Je kunt van alles kopen tijdens de overtocht van zo’n 20 minuten. 

Als we bijna in Mwanza zijn gaat de zon onder. Dat is in een kwartiertje gepiept. We zien hem in het Victoriameer zakken. Prachtig. Erik laat Natasja en mij uitstappen bij het souvenierkraampje langs de weg, vlakbij het hotel. Toen we er vorige week waren hadden ze er wel de kralenarmbandjes die ik zocht, maar niet in de juiste kleurstelling. Ik vroeg of ze ze konden maken. Voor de zekerheid had ik het getekend. En nu waren ze klaar. Er stond ook een beeld van een marabu. Paco is de hele week al foto’s aan het maken van die lelijke vogels. “Heeft Paco een eigen buro?”vroeg Natas. We hadden nu al lol.

In het hotel pakte ik meteen mijn laptop. Kijken of ik Ed kon bereiken om te skypen. Hij was niet online. Ik wilde net kijken of mijn vader misschien te bereiken was, toen ik een verzoek van hem kreeg. Ik accepteerde en keek bij m’n ouders de woonkamer in. Pa in zijn stoel, Ed en m’n moeder die over de leuning mee keken en de kinderen die op de voorgrond door het beeld heen vlogen. Heerlijk. We kletsten wat heen en weer en ik liet Tom baby-snuffie zien. Hij zag meteen dat hij het armbandje om z’n nek had. “niet kwijtraken mama!”riep hij blij. In onze hotelkamer zat een gekko. Die moest ik laten zien. Dus klom ik met laptop in de hand op het bankje. “nee, we zien niks. Laat maar. Of ja, daar is hij! Ik zie hem lopen!” Geweldig,  dat skype.

Na een heerlijke douche voegen we ons bij Erik, Jantine en Paco, die al op het terras zitten aan een biertje. Even later voegen ook Anne en Bert zich bij ons. Ze zijn met de co-assistenten meegereden omdat we niet met z’n zevenen in één auto passen. Ze waren via een andere route gereden, bij een ander veerpont, en hadden net de boot gemist. Die veerpont gaat wat minder vaak, dus hadden ze eindeloos gewacht. Achter in de bergen onweerde het flink, en even later stak er een stevig windje op. We besloten in het hotel te eten en niet de stad in te gaan. Als het hier losbarst dan is er geen draad aan je lijf meer droog.

Na een gezellige en heerlijke maaltijd  (ik had chicken tikka masala met garlic nan) gingen we zowaar op tijd naar bed. Iedereen was uitgeput. Natas face-timede nog even met Eline, haar dochter, die op een verjaardag zat. Ons “hemelbed” met klamboe, met ons erin, werd aan de hele kamer geshowd. Toen ging bij ons het licht uit.

1 Reactie

  1. Monique:
    23 maart 2014
    Wat een geweldige verhalen weer! Bewondering voor jullie allemaal. Suus, volgens mij kunnen we je voor ons volgende symposium boeken als avondvullend programma.;)