27/10 Markt in Mwanza (Suus)

27 oktober 2012 - Mwanza, Tanzania

Na het eten gisterenavond genoten van een heerlijke douche en lekker mijn haren gewassen. Hoe simpel kan het zijn. Het contrast is wel heel groot, tussen het kale bad met de kannen warm en koud water van Nelia, en de luxe suite met jacuzzi die Lucas voor ons in Ryan’s Bay heeft geregeld. Kamer met douche met warm en koud stromend water was al genoeg geweest.

Natuurlijk was ik weer gewoon vroeg wakker. Tom ook, dus gingen we samen met de safari groep ontbijten. Boek met dieren meegegeven, dan kunnen ze nagaan wat ze zien. Uitzwaaien en vervolgens heerlijk relaxed op het balkon aan de blog werken. Erik komt binnenwaaien. Hij gaat zo aan de koffie met de zoon van Nelia. Daarna zullen we de stad in te gaan om wat boodschappen te halen. Om een uur of half 12 vertrekken we. Erik laat ons fragmenten van zijn oude leven zien. Het huis van zwager Jesse, dat nu te huur staat. Een huis van Lucas Fortes, waar ze ooit gelogeerd hebben en waarvan de bouw gebaseerd is op hun huis in Ede, en we rijden naar het stuk grond van Jesse. Daar vinden we een groot gezien met lompen aan hun lijf die in een vervallen keet wonen. Er ligt een jongetje naast de hond op de grond te slapen in de buitenlucht. De was hangt aan de lijn. Vader zit onder een boom, moeder komt aan met een mand onder de arm met nog wat was. Er scharrelen nog wat kippen tussendoor. Poeh, dat komt aan.

We parkeren de auto en klauteren over het terrein van Jesse naar het fraaie uitzichtpunt Er is een natuurlijk rotsplateau met een plasje water. Daarin zijn wat kinderen aan het wassen. Ook in lompen gekleed. Ze wonen blijkbaar op de plot. Bert riep “Tom, kom eens kijken”. Ze kijken uit over de baai en het schiereiland en zien Ryan’s Bay liggen. Als we terug lopen lijkt het of de kinderen “Tom” roepen. We luisteren  nog eens goed. Inderdaad, ze roepen “Tom.” Tom roept wel “bye bye” terug, maar wil geen “kwa heri” zeggen.

Terug in de auto roept Ed plots “au! Ik word gestoken” Het blijkt een enorme mier te zijn die zijn kaken in Eds rug heeft gezet. Die wordt natuurlijk in de eerste reactie vermorzeld, maar de “wonden” worden vastgelegd.

Volgende bestemming is de markt. We parkeren de auto bij Fortes safari’s en wandelen verder. Het is een kleurrijk en chaotisch straatbeeld. Langs de hoofdweg zijn allerlei winkeltjes en op de stoep is van alles uitgestald. Verschoten T-shirts, 2e hands schoenen, gebruiksvoorwerpen. De straat ligt gedeeltelijk open. Dan steken we over naar een volledig opgebroken weg. Er zitten dame’s mango’s en bananen te verkopen. We bekijken ze en beloven op de terugweg wat fruit bij hun te kopen. Eerst een rondje markt. We komen op een soort volgepropt terrein tussen een paar gebouwen. Smalle steegjes tussen de kraampjes door. Fruit netjes opgestapeld. 3 mandarijnen naast elkaar, en dan nog 2 erbovenop. En zo een stuk of 10 bergjes naast elkaar. Kinderen maken de stapels. Zakken met allerlei kruiden, peulvruchten etc. Het is prachtig.

Het liefst zou ik de camera pakken en alles vastleggen. Maar dat wordt niet gewaardeerd, dus ik probeer zoveel mogelijk te onthouden.
Dan loopt Erik een soort schuur binnen. Het middengedeelte wordt ingenomen door een soort groenteboeren die grote zakken aardappelen verhandelen. Langs de wand zijn kleine maduka (winkels) in stof. Met bij elk winkeltje een trapnaaimachientje. We kijken bij verschillende winkels, want ik wil graag een lap zoals de dames hier hebben. Uiteindelijk  zie ik een lap die we alle 4 mooi vinden (ja, de jongens hebben een zeer uitgesproken mening!). Dus onderhandelen we wat. Er zijn ook nog  de traditionele kanga’s, met een spreuk erop. Degene waar mijn oog op valt is een witte ondergrond met een soort vogelfiguren in geel en lichtblauw met donkerblauwe contouren. Hij wordt uitgevouwen om de spreuk goed te bekijken. “Wij hielden van hem, maar god hield meer van hem” stond erop. Het was een kleed om bij een begrafenis te dragen. Nou, ook ik trad toe tot de club van jankerts, en ook nu ik zit te schrijven grijpt het me weer naar de keel. Deze niet dus. Na een paar keer slikken, zochten we verder. Er waren zeer religieus getinte spreuken, zowel christelijk als moslim. Uiteindelijk vond ik een mooie, wat meer algemene, over de goede inborst van de mens. Dat werd hem dus.

Erik maakte nog even foto’s van de jongens op het trapnaaimachientje. De eigenaar kwam aanhollen. Hij mopperde wat, en zei toen dat hij ze tegen betaling wel wilde leren naaien. Maar daar hadden we geen tijd voor. We gingen verder naar de volgende overdekte schuur. Er hingen rieten tassen, manden en schalen. Er stonden een soort mini-barbecues waarop de kookpotten zoals Gerco had gekocht, op pasten. En de potten zelf natuurlijk. Prachtige hardhouten lepels om in de pan te roeren, en oorbellen van kokosnoot. De jongens wilde graag zo’n mooi mandje, ik de oorbellen en Ed pollepels. Toen liepen we verder de schuur in. Ik wilde alles wel kopen. Prachtig handgemaakte gebruiksvoorwerpen en souvenirs van hout, aardewerk, metaal en riet. En voor weinig. Zeker vergeleken met het Massai dorp. Maarja, we waren dan ook de enige Mzunga’s (= blanken)  op de hele markt. Erik spreekt vloeiend Swahili en werd regelmatig gevraagd waar hij vandaan kwam en of hij hier woonde. Na wat uitleg, vroegen ze vervolgens “en zij?” en knikten dan naar mij. Blijkbaar was ik qua kleding voldoende aangepast om voor een lokale blanke door te gaan. Bedankt ma, voor de rokjes!

Weer buiten was Tom er wel een beetje klaar mee. Het was ook wel indrukwekkend. Bovendien waren wij natuurlijk ook een bezienswaardigheid, en dat voelt niet altijd fijn. Dus besloten we terug te gaan naar de auto. Natuurlijk kochten we, zoals beloofd, bij de dame haar overheerlijke mango. Erik had er eerst een aangesneden om te proeven. Zalig! Diep oranje van binnen, heerlijk sappig en zoet. Zo hebben we ze in Nederland niet. Tenslotte nog een paar slippers voor Tom, want z’n waterschoentjes hingen met tie-wraps aan elkaar. Die lieten we achter, en volgens Erik worden ook die weer verhandeld.

Terug bij Fortes even een frisje, kennis maken met Sophie die onze safari had geregeld, en daarna naar de supermarkt. We moesten wat spullen en beleg hebben. Er kwam meteen een dame achter ons aan met een karretje. Ze volgde ons braaf door de winkel. Bij de kassa werd alles keurig ingepakt en de doos met een touw dicht gebonden.

Terug in het hotel was het inmiddels 3 uur. De jongens doken met een het zwembad in terwijl wij wat te eten bestelden. Vervolgens bloggen, spelletjes doen (Geesten en Skipbo) en met Tom in de jacuzzi. Erik was met de mannen van de Touch-foundation in gesprek. En dat duurde nogal… tot en met het diner toe. Dus gingen wij met het gezin eten. Er volgde een hevige discussie. Ed en ik wilden naar Tilapia, maar dat wilden de jongens niet. “dat is zo ver lopen”,  “daar duurt het te lang” etc. Dus uiteindelijk toch maar besloten om in Ryan’s Bay te blijven eten. Tenslotte zijn het Indiërs, dus kun je er goed Indiaas eten. Een goed plan, want Tom viel onder het eten in slaap. Bert en Tom gingen samen naar boven, terwijl wij ons bord leeg aten en nog een kopje koffie namen.