Suus haalt de blog in – deel 2: 25/10 eten bij Ida

27 oktober 2012 - Sengerama, Tanzania

Inmiddels wordt het routine. Gewekt door de bel (het blijkt daadwerkelijk een wekker te zijn. Voor de leerling verpleegsters die op het terrein wonen), nog een klein uurtje dommelen, ontbijt en malaria pillen en op naar de OK. Omdat we gisteren een aantal patiënten moesten laten afvallen, hebben we bedongen dat we om 8 uur al kunnen beginnen. En inderdaad het team is er om 8 uur. Wel eerst nog even wat bij elkaar sprokkelen en om half 9 kunnen we starten, kwart voor 9 gaat het mes in de 1e patiënt. Tussendoor komt een assistent-medical-officer in opleiding even binnenlopen. Zijn volwassen zoon heeft een zwelling op zijn pols. Een ganglion (slijmbeurs). Niet echt spoed en niet iets wat ze zelf niet kunnen oplossen. Maar goed, ik kijk toch even. Inderdaad een ganglion. Hij zou er veel last van gehad hebben, maar nu niet. We kunnen het operatief verwijderen. Echter, vandaag gaat dat niet meer lukken. De geplande patiënten, en de 3 die gisteren afgevallen zijn, gaan voor. De man kijkt teleurgesteld. Morgen is er iets meer ruimte in het schema, en kan Maarten het waarschijnlijk wel ergens tussendoor doen. Dus bestel ik hem terug voor morgen.

Ann wil graag van alles leren. Dus kijkt ze mee terwijl Erik en Maarten een hydrocèle (waterzak van het scrotum) opereren. Ondertussen heb ik een schildklier klaar liggen en stapt ze in als we net begonnen zijn. Tijdens het vrijleggen blijkt het geen schildklier maar een halscyste te zijn. Die zit vast aan het tongbeen, en dat moet een stukje mee, anders komt het ding weer terug. Maar een snijdende beentang is er niet. Dan moet er een net open dat Erik straks nog nodig heeft. Dan maar met de schaar. Gelukkig hebben we Shelemy met sterke hand aan tafel. Die lukt het uiteindelijk met de grove schaar om het tongbeen te klieven. Hèhè. Da ’s ook weer klaar. Ann moet vroeg weg, want ze gaat haar man op het vliegtuig zetten in Dar es Salaam. Hij werkt 1 maand op, 1 maand af in Sudan. Ik wil haar wegsturen, maar ze blijft tot het einde meehelpen. Natuurlijk wordt ze daarna nog even aangeklampt voor een spoedgeval. Nu wordt het wel een beetje krap. We sturen haar weg en laten de dienstdoende medical officer bellen. Ondertussen wordt ik geroepen. “Daktari Susan, the child”. Ik kijk om de hoek van de OK. Er ligt nog niemand klaar. De opmerking wordt herhaald, en er wordt gewezen richting de achterkant van het OK-complex. Ik loop ernaar toe. Edwin staat Bert te filmen, die water staat te pompen voor de Tanzaniaanse dames die op de binnenplaats verblijven. Een mooi plaatje. Even bijpraten bij de achterdeur, een kus en een knuffel en dan moet ik weer aan de slag. Gisteren was Ed al even met Tom langs geweest. Wel grappig, zo bij de OK.

We werken hard door, maar er staat ook nog een extra ingreep op het programma. Erik heeft eindelijk 2 externe fixateurs (een soort stellages van buiten voor botbreuken met ernstige wonden) bij elkaar gesprokkeld. Tussendoor valt het programma toch nog even stil i.v.m. gebrek aan materialen. We rennen even naar het hok van zr Marie José om daar te proberen via wifi foto’s en blogs te laden. “hodi, hodi” roep ik, de Swahili versie van “volluk!”. Bert, Ed en Gerco zitten er ook. Helaas werkt de verbinding net zo traag als de dongel. De foto’s willen niet.

Weer terug, want ik zou de 1e fixateur doen, Erik de 2e. Maar Erik was inmiddels ook klaar met zijn programma en biedt aan alles te doen, zodat ik terug naar het huis kan. “Ga jij maar lekker naar je jongens”, zegt Anja. Ik voel me wel wat bezwaard, maar neem het aanbond aan. Dus loop ik voor het eerst in het licht terug naar huis. Tom is blij met te zien. Ze hebben pinda’s gekocht en zijn met spelletjes bezig. Vanavond gaan we bij Ida eten, dus ik bereid ze vast voor dat het anders is dat ze gewend zijn.
Zr Marie José komt ons ophalen. Erik 7 Maarten doen nog een 2e fixateur met anaesthesie van Michiel, dus zijn er voorlopig nog niet. Wij kunnen alvast naar Ida. We hadden 7 uur afgesproken en het is al half 8. Anja, inmiddels ook al terug, staat nog onder de douche. Een koude weliswaar. Er komt wel stromend water uit de kraan, maar alleen koud. Al is dat niet zo koud als in Nederland.

Ik zoek nog even snel een lampje op en ook Ed neemt een lamp mee. Zr MJ heeft een knijpkat nieuwe stijl: niet knijpen, maar draaien. Heel handig. We lopen naar de hoofdingang en Gerco maakt in het schemerlicht nog een paar foto’s. Ondertussen ontdekt Tom dat hij door de mazen van het hek kan. We steken de vers-geasfalteerde (echt vers, want voordien was het onverhard) weg over, door een paar steegjes met een barretje waar de jongens reeds kennis hadden gemaak, bereiken we het huis van Ida.

“Hodi, hodi”, roept de zuster. Ida doet open en 1 voor 1 lopen we  haar huis binnen. Als de voordeur helemaal open is, kun je niet tussen de bank en de deur door lopen. Sterker nog, de deur kan niet helemaal open zwaaien. In de kleine woonkamer staan 2 bankstellen, een salontafel, wat bijzettafeltjes en een enorm TV-meubel. De radio staat keihard aan, dus we kunnen elkaar nauwelijks verstaan. Het duurde even voor Ida hem zachter zette. We krijgen een warm welkom met dikke knuffel voor de dames. We worden voorgesteld aan zoon Nelson. Hij is net geslaagd voor zijn O-levels. Hij wil graag boer worden. Gerco grapt dat hij maar naar Doetinchem moet komen. Daar is een goede school om boer te worden, zijn zoon zit er ook. Bovendien zijn er de superboeren. Nelson lacht. Hij spreekt goed Engels. Ed legt uit dat hij Swahili probeert te leren en laat het (van Wout geleende) talengidsje zien, dat hij al 2 weken in zijn buidel meedraagt. Nelson ziet de uitdaging en pakt het boek. “huip”, zeg hij. ??? we verstaan hem niet. “waist”zegt hij dan. Oh, hEUp, roepen wij. Hij herhaalt het prima. “goedemorgen, lekker”zegt Ida. Ze heeft tijdens haar verblijf in Nederland ook nog wat opgepikt. We lachen samen. Dan wordt Ida ernstig. Haar moeder is vorige maand overleden. Ze vraagt of zr Marie José haar wil gedenken in een gebed. Dus vouwen we de handen en luisteren naar de zusters woorden.

We hebben inmiddels allemaal wat te drinken gekregen. “heb jij nou wat?” fluistert Anja tegen mij. Ida had mij in de hechtiek vergeten. Maar ik had wel een glas, dus Anja en ik delen een flesje. Voor de mannen heeft ze zelfs bier gehaald. En er zijn de inmiddels bekende nootjes. Lekker, want we hebben honger. Ik gooi nog even Berts flesje drinken op de vloer. Er loopt wat fanta uit. Met servetjes deppen we het op. “geeft niet”, zegt de zuster, die naast me zit, “het droogt wel….”. Ik kijk nog eens goed naar de vloer. Beton, met rieten matten erover. De muren zijn geel met groen, met hier en daar wat cementen banen, misschien van aanleggen van bedrading? Er hangen kunststof bloemen, gekleurde lampjes, ansichtkaarten en een crucifix aan de muur. Het doet een beetje denken aan een Frans kerkhof. We praten nog wat, tot dan eindelijk ook de rest van de ploeg zich bij ons voegt. Erik komt binnen met cadeau’s uit Nederland. Helemaal goed. Ida draagt de kleren die ze van de ouders van Erik heeft gekregen. Ze ziet er prachtig uit.

Dan komt een nichtje, dat ook in huis woont, langs met een schaal, een kan water en een handdoek. Eén voor één laat ze ons de handen wassen. Daarna komen de pannen op tafel. Rijst, ndizi mbivu (gebakken banaan, smaakt een beetje naar aardappel), gekruide aardappels, kip, tilapia (de vis uit het Victoria meer), gekruide spinazie en gekookte worteltjes. Maarten en Erik scheppen zo’n beetje voor iedereen op. De vis bestaat uit kopdelen en staartdelen. “geef mij maar een stuk staart”, zegt de zuster, “aan de kop zit niet zoveel vlees”. We genieten van een heerlijke, overdadige maaltijd. Ed schept nog een keer rijst op, maar de pan is bijna leeg. Dus loopt Ida naar de keuken en vult de schaal. “Iedereen nog een rondje?” Vooruit dan maar. Tom en Bert doen prima mee. Na de maaltijd komen er nog 2 schalen. Eén met bananen, en één met “tango” (komkommer) en een mes erbij.  Als toetje?  We nemen allemaal banaan, want niemand begrijpt wat we precies met die komkommer moeten. Na het eten komt het nichtje weer langs, nu met ook nog een stuk zeep in een schaal. Ieder ondergaat het ritueel. Ze geeft de zeep aan, je laat water over handen met zeep stromen, zeept je handen in, legt de zeep in de 2e schaal, laat je handen schoonspoelen en droogt ze af. Daarna kletsen we verder. Tom is weer druk aan het kleuren. Hij had zijn etui en een boekje van Nemo meegenomen. Als we willen gaan weet hij van geen ophouden. Hij zit druk te schrijven. Dan scheurt Maarten de tekening uit zijn boekje. Tom geeft hem aan Ida. Ze is helemaal blij en gebaard dat ze hem gaat ophangen. Vol van de bijzondere ontvangst lopen we terug naar ons huis. We strijken neer op de bank en praten, zoals altijd, na. Ed heeft de computer met muziek aangezet. Eerst Elvis, dan Doris Day en tenslotten Abba met Mama Mia. De hele groep gaat naar bed. Gerco en ik zitten nog even ons glas leeg te drinken en na te praten als het licht uitvalt. Blijkbaar is het bedtijd. Het is wel aardedonker. Met het licht van Gerco’s telefoon lopen we naar onze slaapkamers. Op de tast vind ik mijn buidel waar een lampje in zit. Die leg ik bij de jongens neer. We hopen dat we alles uit hebben gedaan, voor het geval de elektriciteit ’s nachts weer aan gaat.