40. Weer in spagaat…

28 maart 2014 - Sengerema, Tanzania

Vandaag gaan we. Laatste spullen inpakken. Zuster Marie José komt afscheid nemen en ik zie meteen het verhaal van de kakkerlak weer voor me. In Natasja’s blik lees ik dezelfde gedachte. We grijnzen naar elkaar. Sjoerd praat met zr MJ over de verschillen tussen zijn ziekenhuis en het ziekenhuis in Sengerema. Vooral de aantallen patiënten hier zijn indrukwekkend, evenals de extreemheid van de gevallen. Hij is altijd welkom, zegt de zuster.

De broer van Bonny, Eriks pleegzoon, komt langs en helpt met het inpakken van de kofferbak. Er komen nog een paar zusters gedag zeggen. En natuurlijk komt Ida met een pakketje voor Jiska. Poseren met Nelia, en Sjoerd-tropenarts en Nelia houden een race met spullen op hun hoofd, die Sjoerd uiteraard jammerlijk verliest. Nog een paar groepsfoto’s in de tuin met co-assistenten Daniël en Sjoerd als paperazzi. Maureen komt aanrennen om afscheid te nemen en ons te danken voor de steun en gezelligheid. Erik en Jantine rijden naar de poort, en de rest is nog even foto’s maken van de voorkant van het ziekenhuis. Ik loop de laan uit met een brok in m’n keel. Er is hier nog zoveel te doen, dat het lastig loslaten is. Maar deze keer verlang ik ook erg naar huis. Twee weken is toch wel lang. Ik bel naar huis, want de jongens zijn net wakker. Tom vraagt of ik al onderweg ben. Bijna. Aan Bert vraag ik of ik nog iets speciaals moet meenemen. “nee, maar je moet me morgen even helpen met m’n piano-oefeningen. Ze zijn heel moeilijk”. Op de achtergrond hoor ik de tonen van de Can-Can. Ik slik de tranen weg.

Bij de poort van het ziekenhuis wachten we op Erik, die een kopie van onze “letter of authourisation” haalt. Dat kan helpen met de werkvergunning volgende keer. Er komen nog wat OK-medewerkers langs, en ook Paolo Kubwa komt gedag zeggen. Oh ja, en er is nog een mevrouw met een enorme schildklier. Of we die nog even kunnen doen vandaag. Helaas. Over een half jaar zijn we er weer, in een andere samenstelling. Tropenarts Sjoerd staat een beetje te dralen. Het was erg gezellig en vooral ook erg vertrouwd om weer samen te werken. Dat er 1,5 jaar tussen had gezeten, was niet te merken. En terwijl wij met z’n zevenen terug reizen, moet hij weer uren alleen in de auto.
Eindelijk zijn we compleet en gereed. Anne en Bert reizen met nog 2 co-assistenten met de taxi, wij met de Jeep van Eriks zwager. Sjoerd zwaait ons uit. Tot ziens en veel geluk!

We besluiten de onverharde weg te nemen, omdat hij bij daglicht toch wel erg mooi moet zijn. Erik belooft borstsparend te rijden. Het is inderdaad een stuk beter te doen bij daglicht, omdat we de gaten in de weg zien aankomen. En deze auto heeft iets betere veren. En het uitzicht is prachtig.

Onderweg stoppen we bij een verzameling hutjes. We worden begroet met een enthousiast “karibu”(welkom). De oude hulp van Erik woont hier met het gezin van haar dochter. Er loopt een hele kinderschare rond, die ons op afstand bekijkt. Maar als Erik foto’s van zijn kinderen op de iphone laat zien, kluwen ze om hem heen. De oude, tandeloze hulp vraagt Paco om een nieuw gebitje. We moeten er allemaal hartelijk om lachen. Maar ergens is het ook wel triest. De dochter zorgt voor haar moeder en de kinderen van haar overleden zus. Geen baan, alleen een stukje grond waarop ze wat verbouwd. Het regenseizoen heeft niet de hoeveelheid water gebracht waar ze op gehoopt hebben, dus wordt er cassave geplant. Jantine legt uit dat cassave hun reservevoedsel is om tegenvallende oogst wat te compenseren. Toch lijken ze niet ongelukkig en wordt er veel gelachen tijdens de gesprekken. Erik poseert nog even met Erik kidogo (klein), uiteraard naar hem vernoemd.

We vervolgen onze weg naar de pont. Hij is net weg, dus moeten we een uurtje wachten. Jantine is naar Wiebke toegelopen. Ze is de eigenaresse van de veerboot en woont naast de kade. We komen in een soort hof van Eden die in schril contrast staat met wat we net gezien hebben. Aan het einde van de tuin staan enkele gebouwen. Op de veranda zit Jantine te praten met een blanke vrouw. Twee oude herdershonden tillen hun kop niet eens op als we ons bij hen voegen. Een oase van rust. Wiebke is duidelijk blij met aanspraak en kwebbelt aan één stuk door tegen Jantine en Erik. Wij vergapen ons aan de bijzondere planten in de tuin. Ik vind een enorme peulvrucht en stop hem in m’n tas. Leuk voor thuis. De pont komt er aan, en we gaan aan boord. Er staan schuimkopjes op het meer, maar de boot heeft geen last van deining. Ik staar over het water en orden m’n gedachten. Partir c’est mourir un peu.

Foto’s

3 Reacties

  1. Pim:
    28 maart 2014
    Safari njema! Karibuni Uholanzi!
  2. Mirjam:
    28 maart 2014
    Bedankt voor je mooie en prachtige verhalen. Mooi om zo "het slingeland" te volgen. Geniet van het weerzien thuis.
  3. Yolien:
    29 maart 2014
    Ik heb met veel plezier de verhalen gelezen en foto's bekeken! Mochten jullie volgende keer nog plek hebben voor een arts-assistent anesthesiologie, dan houd ik me graag aanbevolen ;-)